Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorKarreman, L.
dc.contributor.authorMutsaerts, F.N.P.
dc.date.accessioned2017-01-30T18:40:31Z
dc.date.available2017-01-30T18:40:31Z
dc.date.issued2017
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/25304
dc.description.abstractIn dit Bachelor Eindwerkstuk is een nieuwe vorm van participatie onderzocht aan de hand van de voorstelling Cinema Imaginaire van Lotte van den Berg (2014). Van den Berg anticipeert in haar voorstelling een nieuw soort toeschouwer en probeert een zekere bewustwording in haar toeschouwers te bereiken. Het creëren van de voorstelling wordt door de toeschouwer zelf gedaan, waardoor deze zowel performer als spectator is. Door analyse van de voorstelling is onderzocht of er inderdaad sprake is van een nieuw soort toeschouwer. Eerst is de veranderende trend van participatie en de verschuivende rol van de toeschouwer in theaterwetenschappelijke context geplaatst. Er is een overzicht gegeven van bestaande theorieën en literatuur die op de toeschouwer en participatie ingaan, om te bekijken hoe deze nieuwe vorm hier in past. Hierbij is ook gekeken naar wanneer men kan spreken van een nieuw soort toeschouwer. Dit is gebeurd aan de hand van de theorieën van Freshwater (2009), die spreekt van een ‘empowered’ toeschouwer, en Rancière (2009), die de ‘geëmancipeerde’ toeschouwer toelicht. Rancière spreekt hierbij ook over hoe een voorstelling eruit zou moeten zien om deze geëmancipeerde toeschouwer te bewerkstelligen. Samen met Freshwater zal zijn tekst de leidraad zijn om te bepalen of gesproken kan worden van deze nieuwe, geëmancipeerde toeschouwer in Cinema Imaginaire. Voor de analyse wordt gebruik gemaakt van de tekst Nomadic Theatre van Liesbeth Groot Nibbelink (2015). De nieuwe methode die zij oppert sluit aan bij de nieuwe vorm van theater waar in Cinema Imaginaire sprake van is. De begrippen ‘deterritorialisatie’ en ‘reterritorialisatie’ zullen ingezet worden om inzicht te krijgen in de rol van de maker en van de deelnemers in de voorstelling. Hierna zal dit inzicht teruggekoppeld worden aan de teksten van Freshwater en Rancière. Dit leidt tot een conclusie over de positie van de toeschouwer in deze voorstelling. De toeschouwer past binnen de omschrijvingen van Rancière’s ‘geëmancipeerde’ en Freshwaters ‘empowered’ toeschouwer. Evaluatie van de toeschouwer wijst uit dat inderdaad sprake is van een bewuste, geëmancipeerde toeschouwer in Cinema Imaginaire.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent194723
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleSpectator Reimaginaire
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.courseuuMedia en cultuur


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record