Lobbyen in een veranderend klimaat

Abstract

In 2015 vond in Parijs een klimaattop plaats onder de noemer COP21. Tijdens deze klimaattop hebben 195 landen het eerste universele, bindende klimaatakkoord ooit getekend. In dit akkoord is een wereldwijd actieplan uiteengezet tegen de gevaren van klimaatverandering. Het akkoord bevat echter nog weinig concrete en specifieke maatregel die van toepassing kunnen zijn voor de land- en tuinbouwsector. Eind 2016 vindt de nieuwe klimaattop plaats. De verwachting is dat tijdens deze top het klimaatakkoord een concretere invulling zal krijgen. Dit onderzoek is een verkenning hoe de land- en tuinbouwsector zich kan positioneren in reactie op het klimaatakkoord van Parijs, richting de volgende klimaattop in Marrakech en daarna. De vraagstelling van dit onderzoek is: welke lobbystrategieën kunnen succesvol zijn voor de Nederlandse land- en tuinbouw in reactie op het klimaatakkoord? Door 12 respondenten te interviewen, variërend van lobbyisten tot klimaatexperts en van ambtenaren tot politieke beleidsmedewerkers is getracht een zo compleet mogelijk beeld te schetsen van de mogelijke gevolgen die klimaatverandering kan veroorzaken binnen de land- en tuinbouwsector en is in kaart gebracht welke lobbystrategieën succesvol kunnen zijn en waarom. Uit dit onderzoek blijkt dat een inside lobby naar verwachting succesvol zal zijn, waarbij er zowel formeel als informeel gelobbyd kan worden. Extensief gebruikmaken van de media kan een rol spelen in het succes van de lobby. Ook de timing van de lobby is van groot belang. Vroeg in het beleidsproces lijken de meeste successen behaald te kunnen worden, omdat er dan de meeste invloed kan worden uitgeoefend. Er zijn mogelijkheden om de land- en tuinbouw te framen als een deel van de oplossing van het probleem. Door dit frame aan te laten sluiten op een huidig discours zoals de circulaire economie, kan er ook meer maatschappelijk draagvlak voor de sector gecreëerd worden, wat de lobby kan versterken.