dc.description.abstract | Sinds het laatste decennium is de populariteit en het gebruik van elektrische fietsen aanzienlijk gegroeid. Een veelbesproken variant hiervan is de speed pedelec, met een maximale trapondersteuning van 45 km/uur. Door de technisch hoge snelheid die het voertuig kan behalen, ontstonden (nog meer) zorgen over de veiligheid van fietsers en andere verkeersdeelnemers. In voorgaande onderzoeken is gebleken dat er een positieve correlatie bestaat tussen snelheid en ongevallen of ernstig gewonden. Als reactie hierop verandert de wetgeving voor speed pedelecs in Nederlands per januari 2017. Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) en de ANWB hebben daarom een onderzoek gestart.
In dit afstudeerproject werden de eventuele gedragsverschillen tussen gebruikers van gewone fietsen en speed pedelecs onderzocht. Hiervoor werd de naturalistic cycling-aanpak gehanteerd, waarbij vijftien participanten drie weken een geïnstrumenteerde fiets (gewone fiets, e-bike, of speed pedelec) voor woon-werkverkeer gebruikten. Eén camera stond op het gezicht van de participant gericht, de tweede legde de interactie op de weg vast. Een datalogger registreerde de snelheid, locatie, versnelling, vertraging, en stuurhoek. Daarnaast werd met een voor- en na-vragenlijst ‘risk behaviour’ en ‘sensation seeking’ gemeten.
Met statistische tests werd duidelijk dat speed pedelec-gebruikers significant harder fietsten, en harder en vaker remden dan gebruikers van gewone fietsen.
Tijdens het onderzoek kwamen enkele praktische beperkingen naar voren. Zo bleek het gebruik van de GoPro-camera’s niet optimaal, was het aantal participanten laag om voldoende significantie te meten, en bleken de instructies voor de participanten niet omvattend of duidelijk genoeg. Naturalistic cycling heeft zeker voordelen, maar om gegronde uitspraken te doen zal het op grote(re) schaal uitgevoerd moeten worden, en zal het juiste apparatuur gebruikt moeten worden. | |