Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorJanssen, Daniel
dc.contributor.authorMulder, Nicole
dc.date.accessioned2009-03-27T10:36:53Z
dc.date.available2009-03-27T10:36:53Z
dc.date.issued2009
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/2486
dc.description.abstractIn dit onderzoek wordt het taalgebruik van Geert Wilders gekoppeld aan het opwekken van emoties. Aristoteles, Cicero en Quintilianus vonden al dat emoties een grote rol spelen bij het overtuigen. In dit onderzoek worden twee zaken onderzocht. Allereerst wordt gekeken of Geert Wilders meer of op een andere manier gebruik maakt van emotieopwekkende retorische middelen. Daarnaast wordt aan de hand van dit onderzoek getracht de bruikbaarheid van de analyseschema´s voor intensiveerders van Renkema (1997) en Pander Maat (2007) te toetsen en een bijdrage te leveren voor het verbeteren en verfijnen van deze schema´s. Tien voordrachten van Geert Wilders zijn vergeleken met tien voordachten van Alexander Pechtold en tien voordrachten van Femke Halsema. De voordrachten zijn afkomstig uit tien debatten tussen november 2006 en september 2008. Met behulp van klassieke en moderne literatuur is een lijst opgesteld van 22 emotieopwekkende retorische middelen aan de hand waarvan de dertig voordrachten geanalyseerd zijn. Daaruit blijkt dat Wilders in ieder geval niet vaker gebruik maakt van emotieopwekkende retorische middelen dan Pechtold en Halsema. Vijftien middelen gebruikt hij niet op een andere manier of vaker of minder vaak. Wilders beledigt wel vaker dan Pechtold en Halsema en hij prijst nooit andere kamerleden, ministers of de regering. Hij gebruikt vaker de ikvorm bij het geven van een expliciete mening (´ik vind´, ´mijns inziens´, etc.) en hij gebruikt minder vaak de creatieve metafoor. Dat waren de duidelijke en significante verschillen. Voor het overige lijkt hij vaker rampspoed te voorspellen en bedient hij zich vaker van vaste woordcombinaties. Zo maakt hij herhaaldelijk gebruik van ´gewone´ en ´slappe´ als bijvoeglijk naamwoord, gebruikt hij regelmatig ´cadeau krijgen´ als uitdrukking en plakt hij vaak ´en ga zo maar door´ achter zijn opsommingen. De verschillen tussen de drie politici zijn vaak klein. Over het algemeen kan geconcludeerd worden dat Wilders zich wat betreft emotieopwekkende retorische middelen niet heel duidelijk onderscheidt van Pechtold en Halsema. Uit de analyseschema´s bleken een aantal middelen niet bruikbaar voor het analyseren van politieke teksten: het pleonasme, de tautologie en de litotes. Enkele intensiveerders zijn ook niet eenduidig te benoemen. Allereerst leverde de versteende metafoor of uitdrukking problemen op omdat de oorspronkelijke betekenis vaak niet meer in het woordenboek staat. Bovendien is een eigenschap van de versteende metafoor dat hij zo vaak gebruikt wordt dat hij niet meer herkenbaar is. Ook de combinatie bijwoord/bijvoeglijk naamwoord/zelfstandig naamwoord bleek niet makkelijk te analyseren. Vaak is de mate van gekleurdheid van een dergelijke combinatie afhankelijk van wat er nog meer in de zin staat. Het voorstel is om de versteende metafoor of uitdrukking en de combinatie bijwoord/bijvoeglijk naamwoord/zelfstandig naamwoord te verwijderen uit de lijst. Enkele andere middelen, zoals de anafoor, de quaestie, de opsomming, het beledigen of beschimpen van anderen en het voorspellen van rampspoed zouden daarentegen kunnen worden toegevoegd.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isonl
dc.titleKnettergekke ministers en ruggengraten van slagroom. Het gebruik van emotieopwekkende retorische middelen door Geert Wilders.
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsGeert Wilders
dc.subject.keywordsretorica
dc.subject.keywordsretorische middelen
dc.subject.keywordsemoties
dc.subject.keywordsintensiveerders
dc.subject.keywordspolitiek
dc.subject.keywordstaalgebruik
dc.subject.courseuuCommunicatiestudies


Files in this item

Thumbnail
Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record