Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorden Ouden, H.
dc.contributor.authorDerks, M.
dc.date.accessioned2016-11-11T18:00:39Z
dc.date.available2016-11-11T18:00:39Z
dc.date.issued2015
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/24734
dc.description.abstractIn dit rapport wordt verslag gedaan van twee samenhangende studies waarin generatie Y centraal staat. Generatie Y is geboren tussen 1982 en 2000 en is opgegroeid met digitale technologie en sociale media. De eerste studie gaat in op het sociale mediagedrag van generatie Y. Hierover is nog weinig bekend. Uit de literatuur kwam naar voren dat het begrip ‘sociale mediagedrag’ bestaat uit (1) de gebruiksfrequentie en (2) de gebruiksredenen. In studie 1 wordt allereerst onderzocht of de gebruiksfrequentie van zes sociale mediakanalen verschilt. In deze studie worden zes sociale mediakanalen meegenomen: Facebook, Twitter, Instagram, Google+, LinkedIn en YouTube. Ook wordt onderzocht of er samenhang bestaat tussen de gebruiksfrequentie en inkomen, opleidingsniveau, leeftijd en levensfase. Uit de literatuur kwam namelijk naar voren dat deze factoren vermoedelijk invloed uitoefenen op de gebruiksfrequentie van sociale media. Studie 1 gaat naast de gebruiksfrequentie, ook in op de gebruiksredenen. Het is niet bekend of de gebruiksredenen voor de zes genoemde kanalen verschillen. De tweede studie betreft een casus bij ING. ING wil graag weten hoe zij sociale media zo effectief mogelijk kunnen inzetten voor generatie Y, door henzelf aangeduid als Young Potentials. Er wordt onderzocht over welke onderwerpen generatie Y geïnformeerd wil worden en welk kanaal of welke kanalen hierbij de voorkeur heeft of hebben. Beide studies zijn uitgevoerd aan de hand van een digitale vragenlijst. Uit de resultaten van studie 1 kwam naar voren dat generatie Y het frequentst gebruik maakt van Facebook en YouTube. De resultaten wezen daarnaast uit dat er geen samenhang bestaat tussen de frequentie van het sociale mediagebruik en inkomen en opleidingsniveau. Leeftijd en levensfase daarentegen zijn wel factoren die invloed hebben op de frequentie waarmee generatie Y gebruik maakt van sociale media. Jongere respondenten, die nog in een vroege levensfase zitten, maken het frequentst gebruik van sociale media. Verder is gebleken dat de gebruiksredenen per kanaal sterk verschillen. Uit de resultaten van studie 2 bleek dat generatie Y vooral behoefte heeft aan bankgerelateerde en financiële informatie via sociale media, waarbij Facebook met afstand de grootste voorkeur heeft. Uit studie 1 en studie 2 worden naast separate conclusies ook enkele interessante verbindingen zichtbaar. Facebook blijkt uit beide studies een belangrijk kanaal te zijn. Facebook was niet alleen het kanaal waar generatie Y het meest frequent gebruik van maakt, ook had dit kanaal de grootste voorkeur om door ING geïnformeerd te worden. Daarnaast bleek dat oudere respondenten, die al in een latere levensfase zitten, minder behoefte hebben om door ING via sociale media geïnformeerd te worden. Uit studie 1 bleek dat deze groep sowieso minder actief is op sociale media.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent1660462
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleGeneratie Y: always online. Een onderzoek naar het sociale mediagedrag van generatie Y en de kansen voor een financiële instelling om hierop in te spelen
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsSocial Media; Organisaties; Social Marketing; Content; Facebook; Twitter; Instagram; Google+; LinkedIn; YouTube
dc.subject.courseuuCommunicatie en Organisatie


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record