Semantische verschillen in werkwoorden op de rand van onaccusativiteit

Abstract

Het verschil tussen onergatieve en onaccusatieve werkwoorden is syntactisch gerepresenteerd en mogelijk syntactisch gemotiveerd. Deze motivatie achterhalen door een onergatief werkwoord met een onaccusatief werkwoord te vergelijken werkt niet, omdat de verschillen te groot zijn. Daarom wordt in deze scriptie de aandacht gericht op vijf werkwoorden die met zowel hebben als zijn als hulpwerkwoord voorkomen. Omdat selectie van het hulpwerkwoord een veelgebruikte test is om onergatieven en onaccusatieven te scheiden, vormt deze flexibele selectie bij werkwoorden als verliezen een onderzoeksmogelijkheid om met slechts één variabele (het hulpwerkwoord als representatie van syntaxis) de semantische motivatie te achterhalen. Geconcludeerd wordt dat agentiviteit het belangrijkste onderdeel van deze motivatie is, maar door inconsistentie van de testwerkwoorden is het mogelijk dat er nog meer factoren een rol spelen.