| dc.description.abstract | Toenemende globalisering en migratiestromen hebben ervoor gezorgd dat de Nederlandse samenleving steeds cultureel diverser is geworden en dit is terug te zien in verschillende contexten, zoals de schoolomgeving. Interetnisch contact kan een bijdrage leveren aan het leren omgaan met deze culturele diversiteit. Het huidige onderzoek heeft antwoord gezocht op de vraag welke individuele en contextuele factoren kunnen bijdragen aan positief interetnisch contact bij studenten met een Nederlandse en niet-Nederlandse culturele achtergrond binnen het hoger onderwijs in Nederland. Middels data van 214 studenten is gekeken welke factoren het aangaan van interetnisch contact binnen school voorspellen. Hieruit blijkt dat wanneer studenten meer open staan voor verschillende culturen, zij sneller geneigd zijn interetnisch contact aan te gaan. De individueel ervaren factoren 'etnische identificatie', 'etnische dreiging' en 'culturele afstand' blijken hierop geen invloed te hebben. Ook de contextueel ervaren factoren 'collectieve identiteit', 'emotionele veiligheid', 'support voor culturele diversiteit', 'ervaren relatie tussen student en docent' en 'instructiestructuur' blijken geen van allen significante predictoren.
Voor bevordering van interetnisch contact lijkt het vooral belangrijk dat studenten zich openstellen voor culturele diversiteit. Dit lijkt echter vooral interessant bij studenten die nog geen interetnische vriendschappen hebben. Uit additionele analyses blijkt dat voor studenten die al wel interetnische vriendschappen hebben, culturele openheid geen toegevoegde waarde meer heeft op de mate van interetnisch contact. Bij hen kan het juist van belang zijn om te investeren in positieve relaties met docenten en het opleggen van verplichte interetnische samenwerkingsverbanden. Er blijken geen verschillen te zijn in etnische achtergrond in de werking van de onderzochte factoren op interetnisch contact. Het huidige onderzoek heeft bijgedragen aan kennisvorming over factoren die van belang zijn bij het aangaan van interetnisch vriendschappelijk contact binnen de schoolcontext, bij zowel Nederlandse als niet-Nederlandse studenten in het hoger onderwijs. | |
