Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorLiempt, I van
dc.contributor.authorWeggemans, M.F.
dc.date.accessioned2016-08-25T17:00:55Z
dc.date.available2016-08-25T17:00:55Z
dc.date.issued2016
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/23838
dc.description.abstractWanneer vluchtelingen in Nederland een verblijfsvergunning krijgen (dan worden ze statushouder) moeten ze ook een woning toegewezen krijgen door één van de Nederlandse gemeenten. Omdat er al jaren een tekort is aan sociale huurwoningen in Nederland, is de druk op de markt alleen nog maar groter geworden. Zowel voor Nederlanders als statushouders moeten meer sociale huurwoningen gecreëerd worden. Enerzijds om draagvlak te creëren onder de Nederlandse bevolking en anderzijds om statushouders en Nederlanders gemengd te huisvesten, in de hoop dat de statushouders dan beter en sneller zullen integreren. In de wetenschap zijn er verscheidene sociologische en geografische theorieën (zie hoofdstuk 2) die verklaren hoe contact ontstaat, waar dit gebeurt en hoe dit ervaren wordt. In dit onderzoek wordt precies daar naar gekeken. Er worden drie verschillende woonvormen onderzocht waarbij statushouders al dan niet gemengd wonen met Nederlanders. Vervolgens wordt gekeken of dit invloed heeft op het contact wat statushouders hebben en hoe ze dit ervaren. Dit gebeurt vanuit het oogpunt van de statushouder. Dat is meteen hetgeen dat vernieuwend is aan dit onderzoek. Om dit te onderzoeken is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Op welk schaalniveau hebben statushouders contact, hoe wordt dit contact ervaren en verschilt dit bij verschillende woonvormen? Om deze vraag te beantwoorden zijn drie case studies in Amsterdam onderzocht: - De eerste case is een gebouw waar de statushouders in een flat wonen met Nederlanders, maar wel afgesloten zitten op 2 verdiepingen. - De tweede case is een flatgebouw waar statushouders samen wonen met Nederlandse en buitenlandse studenten, hier wonen ze gemengd door elkaar heen. - De derde case is de reguliere manier van huisvesten waardoor ze verspreid over Amsterdam zijn komen te wonen. Er wordt gekeken waar de statushouders van de verschillende locaties contact hebben. Waar vindt dit plaats in- en rondom de woning? En waar in de buurt? Misschien vindt er wel meer contact plaats op een hoger schaalniveau (stad, land)? Vervolgens wordt er gekeken hoe de statushouders dit contact ervaren en of er verschillen zijn binnen de drie cases. Met respondenten worden bedoeld: Syrische statushouders, mannen, tussen de 18 en de 29 jaar oud, die maximaal één jaar in de huidige woning wonen. Allereerst vond er een kennismaking plaats. Vervolgens kregen de respondenten gedurende twee dagen een GPS-tracker mee. Op deze manier werd digitaal in kaart gebracht welke locaties de respondenten bezoeken. Deze data werd tijdens de tweede afspraak gebruikt om het interview te voeren. Op deze manier was er betrouwbare informatie over de locaties waar de Syrische mannen komen en kon daarnaast het interview makkelijker uitgevoerd worden. Deze nieuwe methode van onderzoek wordt GPSi genoemd (eigen interpretatie). Een kwalitatieve vorm van ruimtelijk onderzoek. De resultaten laten zien dat de Syrische mannen nog niet veel contact hebben met Nederlanders. Begroetingen tussen de bewoners zijn er, maar verder komt het over het algemeen niet. De situatie waar de statushouders gemengd wonen met Nederlandse en buitenlande studenten is hier een uitzondering. Door gemeenschappelijke ruimten en andere faciliterende factoren is er veel contact tussen de Syrische mannen en andere bewoners. Verder valt op dat de buurt in de meeste gevallen geen belangrijke rol speelt in het ontstaan van contact. Belangrijker zijn sociale media. Wanneer er in de directe omgeving geen kansen voor contact zijn, zoeken veel respondenten dit via Facebook of andere sociale media. Ondanks dat er weinig contact is tussen de respondenten en Nederlanders, ervaren de Syrische mannen het contact vaak wel als positief. Dit terwijl bijna de helft wel eens openlijke discriminatie heeft ervaren. Als laatste valt op dat de jongens die al meer contact hebben gehad met Nederlanders hier over het algemeen iets zelfverzekerder instaan. De Syrische mannen geven allemaal aan graag contact te hebben met Nederlanders. Toch hebben ze dit nog niet. Reden is dat ze vaak niet weten hoe ze dit contact moeten leggen of omdat ze onzeker zijn over de beheersing van de Nederlandse taal. De belangrijkste aanbeveling van dit onderzoek is dat het contact tussen Nederlander en statushouder gefaciliteerd moet worden. Hiervoor is een ruimte voor contact nog niet genoeg. Er moet zowel een ruimte als een reden voor contact zijn. Juist die reden, is hetgeen dat ontwikkelt moet worden door gemeenten en vrijwilligers. Op die manier worden op dit moment op kleine schaal al statushouders met Nederlanders verbonden. Dit blijkt te werken.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent3464998
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleHet faciliteren van contact
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsVluchtelingen, statushouders, vergunninghouders, huisvesting, gemengd wonen, studentenhuisvesting, Amsterdam, contact, Nederlanders
dc.subject.courseuuUrban Geography


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record