| dc.description.abstract | Het doel van dit onderzoek was om de ontwikkeling in de beeldvorming over Polen in kaart te brengen aan de hand van Nederlandse krantenartikelen uit 1991 en 2014. Dit onderzoek was vervolgonderzoek op het werk van El Farissi (2008), Langelaar (2009), Van den Berg (2009), Lukacs (2011), Teissier (2014) en Magaon (2014).
De artikelen over de verkiezing van Lech Wałęsa tot de Poolse president en de benoeming van Donald Tusk tot de voorzitter van de Europese Raad zijn geanalyseerd met behulp van de theorieën over nationale identiteit (Anderson 2006, Ehlich 2010, Leerssen 1993), beeldvorming (Leerssen 1993, 2007, 2010, Beller 2007) en functionele pragmatiek (Ehlich en Rehbein, 1986 en 1993) die ook door de hierboven genoemde ICC studenten zijn gebruikt.
De analyse van de krantenartikelen is gedaan aan de hand van het analyse model van El Farissi (2008). In vier Nederlandse dagbladen is gezocht naar kernwoorden, dat wil zeggen Pool(s), Poolse X en Polen. De methodologie van El Farissi (2008) is in deze scriptie verder ontwikkeld en is de basis geworden voor het ontstaan van grammaticale en symbolische categorieën van eigenschapseenheden. De gevormde eigenschapseenheden zijn door beoordelaars in categorieën ingedeeld. Op basis daarvan is de definitieve lijst van kennisstructuren ontstaan die de ontwikkeling van het beeld van Polen in Nederland in kaart heeft gebracht.
In navolging van Lukacs (2011) is ook onderzocht of er sprake is geweest van verschuiving van het archetypische beeld van Polen (Gerrits en Leerssen 2007) in de geanalyseerde periodes. Bovendien is er gekeken naar de verspreiding van de kennisstructuren over de artikelen in onderzochte dagbladen (de Telegraaf, de Volkskrant, NRC Handelsblad en Trouw). Aan de hand van de gevormde kennisstructuren is ook de ontwikkeling van de beeldvorming in het kader van economische en historische verhoudingen tussen Nederland en Polen geanalyseerd.
Uit de resultaten van dit onderzoek is gebleken dat de beeldvorming over Polen in de Nederlandse pers in de afgelopen kwart eeuw positiever en genuanceerder is geworden. Er is uitgekomen dat er twee onderdelen van het beeld van Polen in Nederland zijn: het ene is met de historische context en de gebeurtenis zelf verbonden, terwijl het andere deel in verschillende mate in beide periodes een voorstelling van het archetype over Polen is. De definitieve kennisstructuren die met de omstandigheden zijn verbonden, waren: pas democratisch, economisch zwak, opbouwend, antisemitisch uit 1990 en Europees gericht, groeiend, samenwerkend, anticommunistisch uit 2014. De kennisstructuren waarin in zekere mate het archetype zichtbaar was, waren: katholiek, nationalistisch, bekrompen, lijdend, dromend uit 1990 en conservatief, verslagen uit 2014. Op basis van de analyse is geconstateerd dat de Nederlandse pers vijfentwintig jaar na de val van de IJzeren Gordijn Polen minder door het prisma van archetypische beelden uit het verleden ziet. Bovendien zijn er verschillen in de spreiding van eigenschapseenheden tussen de kwaliteitskranten en het populair dagblad waargenomen. | |
