dc.description.abstract | Feedback wordt beschouwd als een belangrijke manier om te leren schrijven. Als feedback zijn potentie wil bereiken, moet feedback aansluiten bij de individuele behoeften van leerlingen; of dit daadwerkelijk zo is, is nog nauwelijks onderzocht. Het huidige onderzoek richt zich daarom op de vraag of de feedback van docenten is gericht op de kwaliteit van de teksten van de leerlingen. Vijftien docenten Nederlands uit het voortgezet onderwijs hebben feedback gegeven op vijf teksten van havobovenbouwleerlingen; de teksten variëren van een lage tot een hoge kwaliteit. De feedback van de docenten is geanalyseerd op zes feedbackdimensies. De resultaten laten zien dat docenten over het algemeen aansluiten bij de individuele behoeften van leerlingen die een tekst van lage kwaliteit schrijven. Echter ontvangen teksten met een hoge kwaliteit veelal dezelfde soort feedback als teksten met een lage kwaliteit: slechte en goede teksten ontvangen veel hogere orde feedback, indirecte correcties, commentaren, specifieke en directieve commentaren. De gemiddelde teksten vallen buiten de boot ten opzichte van teksten met een lage en met een hoge kwaliteit. Ongeacht de tekstkwaliteit ontvangen alle teksten weinig positieve feedback, weinig suggestieve commentaren en weinig uitleg bij de commentaren, maar veel negatieve feedback. Welke soort feedback leerlingen ontvangen, hangt grotendeels af van de docent die de feedback geeft in plaats van de tekstkwaliteit. | |