Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorEl Aissati, A.
dc.contributor.advisorBeerkens, R.M.
dc.contributor.authorSchlatmann, M.J.
dc.date.accessioned2016-08-02T17:00:53Z
dc.date.available2016-08-02T17:00:53Z
dc.date.issued2016
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/23117
dc.description.abstractIn dit onderzoek werd aan de hand van de masculiniteits-femininiteitsdimensie van Hofstede gekeken of masculiene en feminiene preferenties invloed hebben op de leesattitude van een middelbare scholier. De hoofdvraag luidde als volgt: in hoeverre is de attitude van de lezer ten aanzien van de te lezen tekst positiever als de rolverdeling van de personages in die tekst overeenkomt met de masculiene of feminiene preferenties van de lezer? Aan de hand van de theorie werden drie hypothesen opgesteld. Er werd verondersteld dat 1) scholieren die laag scoren op de femininiteitsindex de tekst met masculiene cultuurelementen positiever beoordelen; 2) scholieren die hoog scoren op de femininiteitsindex de tekst met feminiene cultuurelementen positiever beoordelen. Tot slot volgt 3) scholieren die aan lezen in het algemeen een positief waardeoordeel toekennen, kennen aan de tekst die ze te lezen krijgen voor dit onderzoek ook een positiever waardeoordeel toe dan scholieren die aan lezen in het algemeen een negatief waardeoordeel toekennen. Deze laatste hypothese werd opgesteld als controlevraag om eventuele resultaten die in verband gebracht kunnen worden met deze hypothese uit te sluiten. Het onderzoek had een transversaal design. Er werden twee teksten gepresenteerd aan in totaal 72 leerlingen in de leeftijdscategorie van 11-14 jaar. De ene tekst bevatte masculiene elementen en de andere tekst bevatte feminiene elementen. De helft van de leerlingen las de tekst met masculiene elementen en de andere helft van de leerlingen las de tekst met feminiene elementen. Vervolgens beantwoordden ze een vragenlijst bestaande uit 34 vragen. Uit een Cronbachs alpha analyse bleek dat er geen interne consistentie was tussen de vragen betreffende masculiniteit en femininiteit voor dit eindwerkstuk, waardoor geen valide conclusies getrokken kunnen worden voor het algehele vraagstuk, maar enkel per schaalvraag. Door de inconsistentie was het niet mogelijk de eerste en tweede hypothese aan te nemen of te verwerpen. Wel kan gesteld worden dat er weinig correlaties zijn tussen de schaalvragen en de tekstattitude die in de richting van de aannames wijzen. Het kan niet onderbouwd worden dat de tekstattitude positiever is als de elementen in deze tekst overeenkomen met de masculiene of feminiene preferenties van de lezer. Wel bleek er interne consistentie voor de vragen betreffende lees- en tekstattitude, waardoor de derde hypothese bevestigd kan worden. Als de lezer lezen in het algemeen leuk vindt, wordt de tekst doorgaans positiever beoordeeld.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent2222959
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleDe invloed van masculiene en feminiene preferenties op tekstattitude
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsmasculiniteit; femininiteit; Hofstede; tekstattitude; leesattitude
dc.subject.courseuuTaal- en cultuurstudies


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record