dc.description.abstract | De term Niet-Adjacente Afhankelijkheden (NAA) wordt gebruikt voor elementen in een taal die van elkaar afhankelijk zijn, terwijl ze gescheiden zijn door een derde, onafhankelijk element. De rol van inconsistente input en verbaal kortetermijngeheugen voor het leren van complexe structuren zoals NAA in een (kunst)taal is nog niet uitgebreid onderzocht. In dit onderzoek is de rol van inputconsistentie en verbaal kortetermijngeheugen onderzocht bij het leren van NAA door ééntalige kleuters van 4 en 5 jaar oud. De onderzoeksvragen waren: 1) Zijn kleuters in staat om NAA te leren op basis van consistente input?, 2) Hebben kleuters meer moeite met het leren van NAA op basis van inconsistente input, dan op basis van consistente input? en 3) Hebben kleuters met een goed ontwikkeld verbaal kortetermijngeheugen minder moeite met het leren van NAA op basis van inconsistente input, dan kleuters met een zwak ontwikkeld verbaal kortetermijngeheugen? De kleuters deden een NAA-taak waarin getest werd of zij tijdens het horen van een continue stroom aan kunsttaal, die bestond uit NAA’s, de NAA-regel konden leren. Uit het onderzoek bleek dat kleuters in staat zijn om NAA te leren op basis van zowel consistente als inconsistente input. Het effect trad echter wel later op bij inconsistente input, dan bij consistente input. Er werd geen effect voor verbaal kortetermijngeheugen gevonden op basis van inconsistente input. Jonge kinderen kunnen NAA leren, ook als de input inconsistent is, maar het latere effect suggereert dat dit hen wel meer moeite kost. Zij lijken bij het leren geen beroep te doen op hun verbaal kortetermijngeheugen. | |