Het kwantitatieve en kwalitatieve effect van werknemerservaring op het sociale netwerkleren

Abstract

Dit onderzoek richt zich op de verschillen tussen sociale netwerken bij startende en ervaren werknemers, zodat organisaties op deze verschillen kunnen inspelen en daardoor zorgen voor betere prestaties. Uit literatuuronderzoek blijkt dat werknemerservaring een invloedrijke variabele zou zijn bij sociale netwerken. Demografisch gezien neemt de groep ervaren werknemers toe en willen organisaties dat alle werknemers alle beschikbare kennis en vaardigheden gebruiken en laten circuleren. Een sociaal netwerk bestaat uit informatie geven en vragen. Informatie geven en vragen kan eenzijdig of wederzijds plaatsvinden. Naast de kwantiteit kan ook de kwaliteit van het sociale netwerk worden onderzocht. Hierbij wordt gekeken naar de vier componenten van een sociaal netwerk. Deze componenten zijn (1) betekenisgeven, (2) praktijk, (3) gemeenschap en participatie en (4) identiteit. In dit onderzoek hebben werknemers van dezelfde organisatie, middels een vragenlijst, aangegeven hoe vaak ze aan iemand informatie hebben gevraagd en hebben gegeven. Daarnaast is een zogenoemde Netwerk Barometer afgenomen, om de kwaliteit van de sociale netwerken te bepalen. De resultaten laten zien dat informatie geven en vragen toeneemt in frequentie naarmate de ervaring van de werknemer in jaren ook toeneemt. Het wederzijdse netwerk neemt toe in frequentie totdat de werknemer 20 jaar ervaring heeft. Daarna neemt de frequentie van het wederzijdse netwerk af. Tenslotte blijkt dat startende werknemers een kwalitatief beter sociaal netwerk hebben dan ervaren werknemers. Deze laatste conclusie komt niet overeen met de hypothese. Dat zou verklaard kunnen worden doordat ervaren werknemers meer waarde hechten aan een familiair netwerk.