Het effect van taalaanbod op de narratieve vaardigheden bij eentalige en meertalige kinderen van 3 tot 5 jaar.

Abstract

In dit onderzoek is gekeken wat het effect van taalaanbod op de narratieve vaardigheden is en of hierbij een verschil is waar te nemen tussen eentalige en meertalige kinderen. De steekproef bestond uit 129 participanten tussen de 36 en 71 maanden (M = 54.81). Van de participanten was 71,3% eentalig (N = 92) en 28,7% meertalig (N = 37). Om het taalaanbod te meten, hebben de ouders van de participanten een vragenlijst ingevuld over de aard en de omvang van het taalaanbod dat zij hun kinderen bieden. Bij de kinderen is de Multilingual Assessment Instrument for Narratives (MAIN) afgenomen om de productie en het begrip van de narratief te meten. Er zijn Pearsoncorrelaties uitgevoerd om het effect van taalaanbod op de productie en het begrip van de narratief te bepalen. In dit onderzoek is geen significante correlatie gevonden tussen taalaanbod en de productie en het begrip van de narratief. Dit geldt voor zowel eentalige als meertalige kinderen. In tegenstelling tot eerder onderzoek lijken de productie en het begrip van de narratief in dit onderzoek niet te worden beïnvloed door het taalaanbod. Vervolgonderzoek zou meer inzicht kunnen bieden in het effect van taalaanbod op de narratieve vaardigheden bij een- en meertalige kinderen.