Impulsiviteit en cannabisgebruik in de midden-adolescentie: De modererende rol van religiositeit

Abstract

Doel: In deze cross-sectionele studie is onderzocht in hoeverre er sprake is van een samenhang tussen impulsiviteit en cannabisgebruik in de midden-adolescentie (14 tot en met 16 jaar), en of er verschillen bestaan in deze samenhang tussen religieuze en niet religieuze jongeren. Hierbij is tevens rekening gehouden met het persoonlijk belang dat aan religie wordt gehecht. Methode: Deze verbanden zijn onderzocht met behulp van gegevens van Nederlandse scholieren (n=3099) van het Health Behaviour in School-aged Children (HBSC) onderzoek van 2013. Resultaten: Uit de resultaten van de logistische regressieanalyse, gecontroleerd voor leeftijd en sekse, blijkt dat de kans op cannabisgebruik ooit in het leven groter is bij een toenemende mate van impulsiviteit. Hoewel de kans op cannabisgebruik afneemt bij een toenemende mate van religiositeit, bleek religiositeit de samenhang tussen impulsiviteit en cannabisgebruik niet te modereren. Conclusies: De bevindingen benadrukken het belang van vroege identificatie van impulsieve jongeren omdat zij een aanzienlijk groter risico lopen op cannabisgebruik. De veronderstelling dat niet religieuze jongeren meer profiteren van de toenemende negatieve maatschappelijke opinie jegens cannabisgebruik dan hun religieuze leeftijdsgenoten, kan verklaren waarom de samenhang tussen impulsiviteit en cannabisgebruik er voor hen vergelijkbaar uitziet.