| dc.description.abstract | Samenvatting
Factoren als intelligentie, werkgeheugen en motivatie lijken in positief verband te staan met goede rekenvaardigheden van kinderen. Hierbij lijkt motivatie ten grondslag te liggen aan de discrepantie tussen rekenvaardigheden en wat op basis van cognitieve vermogens verwacht kan worden. Deze studie onderzoekt wat de relatie is tussen intelligentie, werkgeheugen en motivatie enerzijds en rekenvaardigheden bij kinderen anderzijds, en of het eventuele effect van intelligentie en werkgeheugen op de rekenprestaties van kinderen gemodereerd wordt door de mate waarin ze gemotiveerd zijn. Methode Aan dit onderzoek hebben leerlingen (N=2631) uit groep 6, 7 en 8 van 32 basisscholen deelgenomen. Er is een meervoudige regressieanalyse uitgevoerd met behulp van de scores van leerlingen op de Raven Intelligence Matrices, de Globale Motivatie Vragenlijst voor Kinderen, de Cito Rekenen-Wiskunde en de Online Werkgeheugentaak voor Kinderen. Resultaten Uit het onderzoek blijkt dat intelligentie, werkgeheugen en motivatie een significant deel van de variantie in rekenvaardigheid verklaren. De modererende rol van motivatie is echter gedeeltelijk bevestigd: Er is geen sprake van een moderatie-effect op het verband tussen intelligentie en rekenvaardigheden, wel op het verband tussen werkgeheugen en rekenvaardigheden. Conclusie Een hoge mate van intelligentie, een hoge werkgeheugenvaardigheid en een hoge mate van rekenmotivatie voorspellen een hogere rekenvaardigheid bij kinderen in het basisonderwijs. Daarnaast lijkt de voorspellende waarde van werkgeheugen op rekenprestaties van basisschoolkinderen gemodereerd te worden door motivatie. Toekomstig beleid moet zich richten op factoren die de motivatie van kinderen in het basisonderwijs kan vergroten, zodat rekenvaardigheden kunnen worden bevordert. | |
