Net Alsof ik een Object ben: Een onderzoek naar de vraag hoe seksueel objectiveren moreel beoordeeld kan worden

Abstract

Huidig onderzoek stelde zich de vraag hoe gedrag moreel beoordeeld kan worden waarbij de ander louter als seksueel lustobject wordt beschouwd. Deze vraag is op zijn beurt, aan de hand van een casus, onderverdeeld in drie deelvragen: A. Hoe kan onopvallend gedrag moreel beoordeeld worden waarin de ander louter wordt beschouwd als seksueel lustobject? B. Hoe kan opvallend gedrag moreel beoordeeld worden waarin de ander louter wordt beschouwd als seksueel lustobject? C. Hoe kan het impliciet vragen naar seks waarbij de ander louter wordt beschouwd als seksueel lustobject moreel worden beoordeeld? Een gesignaleerd probleem bij deze vragen bleek hoe bij één theorie zowel negatieve als positieve vormen van seksueel objectiveren mogelijk zijn. Huidig onderzoek heeft een nieuwe zienswijze geopperd die hierin wel meent te slagen. De kern van deze theorie is dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen iemands "echte belevingswereld" en iemands "net-alsof belevingswereld". Doordat deze theorie een grote nadruk legt op de subjectieve beleving van de geobjectiveerde, wordt het komen tot een moreel oordeel wel bemoeilijkt. De belevingswereld van de geobjectiveerde is voor een buitenstaander immers onbekend.Toch meent huidig onderzoek een nieuwe zienswijze te hebben geopperd die bepaalde nuances waarborgt waar voorafgaande visies minder aandacht aan hebben besteed.