| dc.description.abstract | De proeve van bekwaamheid is een exameninstrument dat in de praktijk competenties examineert van mbo-studenten. Veel mbo-instellingen worstelen met de kwaliteitsstandaarden, zoals validiteit en betrouwbaarheid, van deze vorm van competentiegerichte examinering (Tigelaar & Van der Vleuten, 2014) . Onderwijsinstellingen moeten in het examenproces waarborgen dat de praktijkexaminatoren objectief, deskundig en betrouwbaar zijn (Inspectie van het Onderwijs, 2014). Het doel van dit onderzoek was inzicht krijgen in de factoren die de kwaliteit van de beslissingen door de praktijkexaminatoren tijdens de proeve beïnvloeden. Aan de hand van een conceptueel model, ontwikkeld vanuit de literatuur, is onderzocht door welke factoren de beslissing werd beïnvloed. Uit de analyse van 12 semigestructureerde interviews met praktijkexaminatoren, kan geconcludeerd worden dat de conceptuele factoren van invloed zijn op de beslissing van de deelnemers. Anders dan het conceptueel model liet zien, werden verbanden tussen de factoren gevonden. Het exameninstrument met de interpretatie en de toepassing van de criteria, stond centraal in elke beslissing en onderhield een relatie met andere factoren. Factoren als sociale relatie met de student, beoordelaars- en beroepservaring, reflectie en relatie met onderwijsinstelling hadden invloed op de interpretatie en de toepasbaarheid van de criteria. En daarmee ook invloed op de beslissing.
In de discussie worden mogelijke verklaren voor de bevindingen besproken en concrete implicaties voor de praktijk gegeven. Door het beperkt aantal deelnemers in huidig onderzoek is vervolgonderzoek noodzakelijk om de resultaten te kunnen generaliseren. | |
