Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorBeerkens, R.
dc.contributor.authorBerg, N. van den
dc.date.accessioned2016-05-13T17:00:22Z
dc.date.available2016-05-13T17:00:22Z
dc.date.issued2016
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/22276
dc.description.abstractHet doel van deze scriptie is het in kaart brengen van ervaringen van Nederlandse expatkinderen met het repatriëren. Door het uitvoeren van meer onderzoek kan gekeken worden hoe expatkinderen beter begeleid kunnen worden na terugkomst in hun thuisland. Aan de hand van negen interviews met expatkinderen van Shell-medewerkers, is het perspectief van expatkinderen onderzocht. Ter ondersteuning zijn vijf expatouders geïnterviewd, om ook hun perspectief ten aanzien van het repatriëringsproces te belichten. Het theoretisch kader is opgebouwd om termen als expatriate, expatkinderen en repatriant te verduidelijken, maar ook om inzicht te geven in het doel van een uitzending (Findlay et al., 1996; Evans et al., 2002; Beaverstock & Boardwell, 2000). Het proces van expatriëren heeft invloed op het hele gezin (Riemer, 2000). Naast het verhuizen naar het gastland, blijkt het ‘thuiskomen’ ook veel impact te hebben is. Het terugkomen naar het thuisland (repatriëren) blijkt de moeilijkste verhuizing, ook voor expatkinderen. In het theoretisch kader wordt bovendien aangeduid waarom het repatriëren een belangrijke en vaak vergeten fase is (Szkudlarek, 2010; Szkudlarek & McDaniel Sumpter, 2014). Huff (2001) stelt dat expatkinderen ouder dan 15 jaar meer stress en het gevoel van verlies ervaren tijdens het repatriëren. De focus in dit onderzoek ligt daarom op expatkinderen rondom deze leeftijd. De leeftijdsgroep is daarbij beperkt van 13 tot 16 jaar. De voordelen van expatkinderen en uitdagingen die daar vaak mee gepaard gaan, worden in het theoretisch kader ook uitgebreid besproken (Pollock & Van Reken, 1999). Tot slot komen de moeilijkheden die kinderen kunnen ervaren en de interventies voor het repatriëren in de literatuur aan bod (Collier, 2008; Huff, 2001; Bredeman, 2015). Op basis van de interventies van Bredeman (2015) zijn de interviews opgedeeld in zes topics, te weten school, tijd in gast- en thuisland, in contact met het thuisland, relaties met andere expatkinderen, invloed van ouders en re-entry programma’s. De expatkinderen vertellen per topic hun ervaringen omtrent het repatriëren. Aan de expatouders is gevraagd hetzelfde te doen, met het oog op hun kinderen. De getranscribeerde interviews zijn vervolgens geanalyseerd via een inhoudsanalyse (Boeije, 2003), waarna twee extra categorieën zijn ontdekt: taal en de mental map. De perspectieven van de expatouders en -kinderen zijn per topic en tussen de topics vergeleken. De resultaten lieten zien dat enkele moeilijkheden te verhelpen zijn. De eerste interventie die verbeterd kan worden is het contact met het thuisland. Door tijdens het verblijf in het gastland contact te houden met het thuisland, zullen de expatkinderen verbinding met het thuisland behouden (Hervey, 2009). Daarbij helpt het goed beheersen van de Nederlandse taal dat de expatkinderen zich eerder identificeren met het thuisland. De Nederlandse taal actief bijhouden in het gastland helpt bij het (re-)integreren, ook op school. Tot slot is het belangrijk om meer aandacht te besteden aan re-entry programma’s (Szkudlarek, 2010; Szkudlarek & 3 McDaniel Sumpter , 2014). Op deze manier kunnen expatkinderen praten over hun ervaringen en andere expatkinderen ontmoeten. Ook het contact met andere expatkinderen wordt hiermee in werking gezet, wat volgens de theorie positief is voor de kinderen (Bredeman, 2015; Collier, 2008; Hervey, 2009). Het volgen van een re-entry programma kan dus een groot deel van de problemen oplossen. Concluderend kan gezegd worden dat het onderhouden van contact met het thuisland en de Nederlandse taal in het gastland de expatkinderen zal helpen wanneer zij terugkomen in het thuisland. In het thuisland kan tot slot het participeren in een re-entry programma niet alleen helpen om culturele waarden te begrijpen. Ook het niveau van stress, depressie en angst kan verminderd worden (Davis et al., 2013). Dit kan zorgen voor een verbetering in het psychologisch welzijn, voor nu en in de toekomst.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent922286
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleErvaringen van expatkinderen van Shell-medewerkers, in de leeftijd van 13 tot 16 jaar, van hun integratie na terugkomst in het thuisland Een kwalitatief onderzoek naar de invloed van repatriëren op de integratie van Nederlandse expatkinderen
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsexpatkinderen, expatouders, Shell, repatriëren, repatriëringsproces, thuisland, gastland
dc.subject.courseuuInterculturele Communicatie


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record