Is de lengte van de stimulusset van invloed op het visueel statistisch leren bij kinderen met of zonder een autisme spectrum stoornis?

Abstract

Al op jonge leeftijd kan worden bepaald of kinderen in staat zijn tot visueel statistisch leren (VSL). Binnen onderzoek naar VSL bestaat discussie of de lengte van de stimulusset VSL gemakkelijker of moeilijker maakt. Een antwoord op deze vraag is van belang omdat mensen met autisme spectrum stoornis (ASS) meer moeite zouden hebben met VSL. Om te onderzoeken of kinderen in staat zijn tot VSL en de invloed de stimulusset hierop, werd een experiment uitgevoerd bij normaal begaafde kinderen, kinderen met een verstandelijke beperking (VB) en kinderen met VB en ASS. Het experiment bestond uit een habituatiefase waarin reeksen met een statistische relatie werden getoond. Gevolgd door een testfase waarin deze statistische reeksen werden afgewisseld met random reeksen. Als participanten langer naar de random reeksen keken dan naar de statistische reeksen dan werd aangenomen dat zij in staat waren tot VSL. Het experiment bestond uit twee condities met een stimulusset van verschillende lengte. De resultaten lieten geen verschil in kijktijd zien tussen statistische en random reeksen in de condities. De invloed van de stimulusset en het vermogen tot VSL bij kinderen kan hierdoor niet worden aangetoond. Wanneer het experiment wordt verbeterd, door het nauwkeuriger registreren van het wegkijken en een oplossing voor het herstellen van de aandacht op de stimulus, kan vervolgonderzoek mogelijk uitwijzen wat de invloed van stimulusset is op het vermogen tot VSL bij jonge kinderen.