Op een kritieke splitsing

Abstract

De gijzeling van de Amerikaanse ambassade in Teheran door een groep Iraanse studenten in 1979 schokte de Verenigde Staten en de wereld. Het Islamitische land had de supermacht op de knieën gekregen en de gijzeling was een inbreuk op de diplomatieke immuniteit zoals afgesproken in de Conventie van Wenen. De gijzeling vond plaats tijdens de Koude Oorlog, een periode waarin de relatie tussen de Sovjet Unie en de Verenigde Staten moeizaam verliep. Toch moesten de landen contact met elkaar blijven houden om te voorkomen dat de Koude Oorlog zich zou ontwikkelen tot een nucleair conflict. Op korte termijn zorgde de gijzelingscrisis voor een verslechtering van de relatie tussen de Sovjet Unie en de Verenigde Staten. Er zijn echter aanwijzingen dat de gijzelingscrisis en de Iraanse Revolutie om verschillende redenen op lange termijn leidden tot een verbetering van de relaties. De inval van de Sovjet Unie in Afghanistan zorgde echter weer voor een verslechtering van de verhoudingen.