De Relatie tussen Intelligentie, Creativiteit en Schoolprestaties: Hoe Verschillen Hoogbegaafde Leerlingen van Niet-hoogbegaafde Leerlingen?

Abstract

Creativiteit speelt steeds meer een sleutelrol binnen de context van hoogbegaafdheid en onderwijs. Het doel van de huidige studie is het onderzoeken van de rol die creativiteit speelt in de relatie tussen intelligentie en schoolprestaties, en of hierin een verschil is tussen niethoogbegaafde en hoogbegaafde leerlingen. Binnen de hoogbegaafde groep wordt tevens aandacht besteed aan onderpresteren. In dit onderzoek participeerden 461 leerlingen uit groep 6, 7 en 8. Deze groep is verdeeld in 365 niet-hoogbegaafde en 42 hoogbegaafde leerlingen, waaronder 13 hoogbegaafde onderpresteerders. Resultaten tonen aan dat schoolprestaties van niethoogbegaafde leerlingen kunnen worden voorspeld door de mate van intelligentie. Voor de hoogbegaafde leerlingen geldt echter dat schoolprestaties voorspeld kunnen worden door de mate van creativiteit. Intelligentie heeft binnen deze groep geen effect op schoolprestaties. Wanneer bij de hoogbegaafde leerlingen onderscheid wordt gemaakt tussen leerlingen die op niveau presteren en onderpresteerders, blijkt dat alleen binnen de eerst genoemde groep creativiteit de schoolprestaties kan voorspellen. Voor de hoogbegaafde onderpresteerders geldt dat intelligentie, creativiteit en schoolprestaties niet samenhangen. Uit dit onderzoek volgt de implicatie dat ondersteuning van zowel het cognitieve als creatieve potentieel belangrijk is bij het realiseren van een toereikende leeromgeving voor hoogbegaafde leerlingen.