Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorHartmann, Dr. Thomas
dc.contributor.authorNijs, H.W. de
dc.date.accessioned2015-08-24T17:01:09Z
dc.date.available2015-08-24T17:01:09Z
dc.date.issued2015
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/21217
dc.description.abstractDeze Masterthesis heeft als onderwerp ‘dreiging van krimp in kleine, landelijke gemeenten’. Er wordt de nadruk gelegd op kleine, landelijke gemeenten, omdat zij in het huidige wetenschappelijk onderzoek en de huidige wetenschappelijke literatuur over het krimpvraagstuk onderbelicht zijn. In deze Masterthesis worden vier strategieën geïntroduceerd die kleine, landelijke gemeenten zouden kunnen hanteren om op een dreiging van krimp te anticiperen. De reden dat er vooral gesproken wordt over ‘de dreiging’ van krimp heeft te maken met het feit dat wanneer een gemeente te lang wacht met het anticiperen op krimp, de krimp al zichtbaar wordt en de eerste problemen al ontstaan. Dit moet voorkomen worden. Het doel van deze Masterthesis is dan ook om een geschikte strategie aan te duiden die kleine, landelijke gemeenten uit de negatieve spiraal van krimpproblemen kan houden. De hoofdvraag luidt hierbij: ‘Welke strategie houdt kleine, landelijke gemeenten uit de negatieve spiraal van krimpproblemen?’. Om tot een goede beantwoording van de hoofdvraag te komen zijn een aantal deelvragen opgesteld die geleid hebben tot een aantal hypothesen. De eerste hypothese: ‘een dreiging van krimp veroorzaakt in kleine, landelijke gemeenten eerder en heftiger een negatieve spiraal van krimpproblemen dan in grote, stedelijke gemeenten’ blijkt bevestigd te kunnen worden. Uit deze Masterthesis blijkt inderdaad dat kleine, landelijke gemeenten eerder en heftiger in een negatieve spiraal van problemen door een dreiging van krimp kunnen komen dan grote, stedelijke gemeenten. De hypothese die afgeleid wordt uit de tweede deelvraag is meer exploratief van aard. Deze hypothese geeft de verschillende strategieën weer die in dit onderzoek geanalyseerd worden: ‘er worden in dit onderzoek vier soorten strategieën om op een dreiging van krimp te anticiperen geposeerd, te weten: strategie 1: bestrijden en geen regionale afstemming, strategie 2: bestrijden en regionale afstemming, strategie 3: begeleiden en geen regionale afstemming, strategie 4: begeleiden en regionale afstemming’. De derde en laatste hypothese blijkt ook bevestigd te kunnen worden: ‘een strategie die gericht is op het begeleiden van krimp en regionale afstemming is het meest geschikt voor kleine, landelijke gemeenten’. Deze hypothesen leiden tot de beantwoording van de hoofdvraag. Bij het beantwoorden van de hoofd- en deelvragen wordt ook gebruik gemaakt van een case study, de kleine, landelijke gemeente Zederik, en van een aantal voorbeelden van gebieden die al met krimp of een dreiging hiervan te maken hebben of hebben gehad. Uiteindelijk kan geconcludeerd worden dat een strategie die zich richt op het begeleiden en het regionaal afstemmen omtrent het krimpvraagstuk het meest geschikt is voor kleine, landelijke gemeenten om uit de negatieve spiraal van krimpproblemen te blijven. Wel wordt hierbij opgemerkt dat deze strategie weliswaar op basis van de hoofdlijnen (begeleiden en regionale afstemming) in elke kleine, landelijke gemeente toegepast kan worden, maar dat deze strategie in detail toegepast zal moeten worden op de lokale context van de betreffende kleine, landelijke gemeente. Om het krimpvraagstuk beter te kunnen benaderen, zijn een aantal stappen nodig die gemaakt kunnen worden in het wetenschappelijke veld rond het krimpvraagstuk. Ten eerste is het van belang dat in de wetenschappelijke literatuur omtrent krimp in de toekomst meer nadruk gelegd gaat worden op kleine, landelijke gemeenten, omdat deze in de huidige wetenschappelijke literatuur onderbelicht worden door de vele aandacht die er voor grote, stedelijke gemeenten is. Ten tweede dient er in het wetenschappelijk onderzoek omtrent het krimpvraagstuk meer onderzoek te komen naar het afstemmen van woningbouw op regionaal niveau. Dit is van belang omdat dit gemeenten kan helpen bij het anticiperen op een dreiging van krimp. Tot slot blijft het nog altijd belangrijk om in het wetenschappelijke veld meer onderzoek te doen naar de oorzaken en gevolgen van krimp. Krimp is en blijft een complex begrip waarin de relatie tussen oorzaken en gevolgen niet altijd duidelijk zijn. Vooral de economie speelt hierin ook een belangrijke rol en deze relatie tussen krimp en economie dient dus nader bestudeerd te worden.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent3281495
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleAanpak van dreigende krimp in kleine, landelijke gemeenten: een onderzoek naar vier verschillende strategieën
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.courseuuPlanologie


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record