Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorHam, L.J.
dc.contributor.advisorBuelens, G.
dc.contributor.authorShamier, E.A.A.
dc.date.accessioned2015-08-20T17:00:38Z
dc.date.available2015-08-20T17:00:38Z
dc.date.issued2015
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/21148
dc.description.abstractMet het beoordelen van andermans dichtwerk, openbaart Paul van Ostaijen ook iets over zichzelf. Dit eindwerkstuk brengt een discourstheoretische analyse van de literatuurbespreking 'Alice Nahon'; zeker niet het meest belichte opstel uit Van Ostaijens poëticale nalatenschap. Niettemin gebeuren hierin intrigerende zaken rond redekunst, discoursvorming in het interbellum en gender. De tekst, uit het meinummer 1926 van Vlaamsche Arbeid, verklaart spottend de oorlog aan Alice Nahons Keurgedichten (1926) en beoogt een machtsovername in de poëzie. Welke werkelijkheden is Van Ostaijen hier aan het construeren? In het bijzonder wil ik de waarde weten van 'oprechte onoprechtheid', een opmerkelijke uitdrukking die herhaaldelijk langskomt. Deze vragen worden beantwoord aan de hand van de discourstheorie van Ernesto Laclau en Chantal Mouffe. De scriptie maakt zichtbaar hoe Van Ostaijen vernuftig betekenissen vastlegt in het literaire veld. Hij fixeert – in de hoedanigheid van criticus – talige tekens in een discours dat niet het zijne is. Zo typeert hij het genre van Nahon (de sociale antagonist) als 'Gartenlaube', betekenend 'niet-poëzie'. Ik leg uit hoe 'Gartenlaube' in de discoursanalyse als knooppunt kan worden aangemerkt. 'Oprechte onoprechtheid' is te definiëren als een equivalentieketen met negen schakels; stuk voor stuk dichterlijke keuzes die Nahon heeft toegepast in haar verzen. De naamgeving ondersteunt negatieve en naïeve connotaties. Kritiek op het gebruik van verkleinwoorden (een van de schakels) breng ik in verband met Van Ostaijens opvattingen over zuivere lyriek. Om recht te doen aan het seksegerelateerde aspect van de discursieve praktijken, is het onderzoek aangevuld met een tekstanalyse vanuit genderperspectief. Een invalshoek die culturele patriarchale conventies in 'Alice Nahon' blootlegt. Ik constateer verschillende boodschappen die uitdragen dat de dichteres niet voor vol wordt aangezien. Tenslotte wordt ingegaan op de identiteit van de positieve tegenpool, de protagonist. De scriptie beargumenteert dat Van Ostaijen hier een hegemonie toejuicht van avant-garde dichters en dat het discours van 'echte poëzie' niet volledig samenvalt met zijn eigen poëtica. Hegemoniserende praktijken blijken eveneens te dienen om de institutionele positie van Van Ostaijen als literatuurcriticus te fixeren.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent4172411
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.title'Haar oprechte onoprechtheid' : Hegemoniserende praktijken in de literatuurkritiek 'Alice Nahon' (1926) van Paul van Ostaijen.
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsPaul van Ostaijen; Alice Nahon; discours; Laclau en Mouffe; hegemonie; identiteitsconstructie; gender; literatuurcriticus; poëtica; poëzie
dc.subject.courseuuNederlandse taal en cultuur


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record