Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorHam, Dr. L.J.
dc.contributor.authorAalderink, R.J.
dc.date.accessioned2015-08-20T17:00:37Z
dc.date.available2015-08-20T17:00:37Z
dc.date.issued2015
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/21147
dc.description.abstractSchrijver A.H.J. Dautzenberg staat erom bekend dat hij zowel in zijn boeken als daarbuiten een spel speelt met fictie en werkelijkheid. In dit onderzoek wordt gekeken op welke wijze de romans van schrijver A.H.J. Dautzenberg een idee van authenticiteit produceren en in welke mate de zelfrepresentatie van de schrijver en de receptie van zijn werk daaraan bijdragen. In deze masterscriptie worden drie boeken van Dautzenberg geanalyseerd: de autobiografische romans Samaritaan (2011) en Extra tijd (2012) en de briefroman De Fictiefabriek (2014), een boek dat Dautzenberg met ex-wetenschapper Diederik Stapel schreef. Omdat Dautzenberg zijn spel met fictie en werkelijkheid ook buiten zijn literaire werk voortzet, worden ook de (deels) verzonnen interviews belicht die de schrijver voor de VPRO Gids schreef. In dit onderzoek worden, zoals Edwin Praat doet in zijn werk Verrek, het is geen kunstenaar, de werelden van binnen en buiten het boek op elkaar betrokken. De romans van Dautzenberg worden geanalyseerd in samenhang met de zelfrepresentatie van de schrijver en de receptie van zijn werk. Als basis voor de analyse is het boek Oprecht gelogen (2013) van Lut Missinne gebruikt. Aan de hand hiervan is geanalyseerd welke tekstuele kenmerken in het werk van A.H.J. Dautzenberg ervoor kunnen zorgen dat de lezer het verhaal van de schrijver als ‘authentiek’ en ‘oprecht’ beschouwt. Volgens Missinne kan de retorische overtuigingskracht van de schrijver een authenticiteitseffect teweegbrengen. Zij stelt dat de schrijver door het inzetten van ‘echtheidssignalen’ en ‘fictionaliteitssignalen’ de lectuur van de lezer kan sturen. De lectuur van de lezer staat in dit onderzoek centraal. Aan de hand van het werk van Missinne en het boek Ethos and Narrative Interpretation van Liesbeth Korthals Altes, wordt verantwoord dat de lezer uiteindelijk bepaalt of hij of zij het verhaal als authentiek en oprecht beschouwt. Uit de analyse naar de tekstuele elementen in de boeken van Dautzenberg blijkt dat de schrijver door het inzetten van echtheidssignalen een idee van authenticiteit produceert, maar dat dit idee van authenticiteit vervolgens weer wordt geproblematiseerd door de vele fictionaliteitssignalen. Door ook te kijken naar de schrijver buiten het boek, is geconcludeerd dat het mediaoptreden en de zelfrepresentatie van Dautzenberg van grote invloed zijn op de mate waarin zijn werk als ‘authentiek’ bestempeld wordt. Dautzenberg kan een idee van authenticiteit produceren wanneer hij zowel in zijn boeken als in zijn zelfrepresentatie retorische overtuigingsmiddelen inzet.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent458058
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.title‘De lezer moet het zelf maar bepalen.’ Onderzoek naar het werk en de zelfrepresentatie van A.H.J. Dautzenberg
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.courseuuLiteratuur en cultuurkritiek


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record