Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorProf. Dr. T. de Moor, Dr. A. Boele
dc.contributor.authorElsendoorn, M.M.
dc.date.accessioned2015-07-31T17:01:04Z
dc.date.available2015-07-31T17:01:04Z
dc.date.issued2015
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/20710
dc.description.abstractHet doel van deze scriptie is om te onderzoeken of gilden die een vrijwillige, in plaats van een verplichte bijdrage aan de zorgkas (destijds aangeduid als 'bos') kenden, voorzagen in een effectieve zorgvoorziening voor haar leden. Auteurs zoals Marco van Leeuwen en Sandra Bos hebben er op gewezen dat het de gildenbossen waren die konden rekenen op de verplichte contributies die het meest effectief waren. Effectief, omdat zij in de zorgvoorziening voor diens leden, het breedste pakket aanboden en omdat deze bossen financieel het gezondst waren. De conclusies uit dit onderzoek onderschrijven deze veronderstellingen, maar nuanceren tegelijkertijd het beeld van de financiele gebrekkigheid van de vrijwillige bos en benadrukken het verschil in financiële welstand tussen de leden onderling als bepalende factor bij het maken van de keuze om wel of juist geen bosbijdrage te doen. Voor deze studie heb ik de achtiende-eeuwse administratie van twee Amsterdamse ambachtsgilden die beiden een vrijwillige bosbijdrage kenden bestudeerd. Om vast te stellen hoe 'effectief' deze gilden waren in de zorgfinanciëring van bosbijdragende leden moet een tweetal factoren in ogenschouw worden genomen: welke zorgvoorzieningen er uit de bos werden betaald en wie de bosbijdrage verkozen. De dekkingsgraad van zorgvoorziening blijkt tussen beide gilden onderling zeer verschillend. Het in de studie opgenomen omvangrijkste zorgfonds kende, net als gilden met een verplichte bosbijdrage, het breedst mogelijke pallet aan zorgvoorziening. Tegelijkertijd werd het geplaagd door financieringsproblematiek als vermoedelijk gevolg van een hier aan verbonden gebrekkige cashflow. Effectief was deze bos, in ieder geval vanuit het oogpunt van de eigen bijdragers, vooral voor de beter verdienende ambachtslieden. Zij konden rekenen op een relatief breed pallet aan zorgvoorzieningen, al keerde het financiele bestuur niet altijd het verwachte (in zijn geheel) uit. Het tweede en kleinste zorgfonds zorgde daarentegen maar voor een zeer summier aanbod in zorgopzicht, en was dan ook zo bezien weinig effectief te noemen. Toch lijkt het er wel op dat voor diens bijdragers, juist bestande uit het fysieke en financiële bodemsegment van het gilde, zich konden verzekeren van fundamentele zorgvoorzieningen die voor hen onmisbaar, maar via andere wege onbetaalbaar moeten zijn geweest.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent93279
dc.format.mimetypeapplication/zip
dc.language.isonl
dc.titleDe vroegmoderne zorgconsument: over de keuzes van achttiende-eeuwse ambachtslieden inzake het zorgfonds en diens effectiviteit.
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsAmsterdamse gilden, gildebos, bos, zeventiende eeuw, zorgvoorziening
dc.subject.courseuuGeschiedenis


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record