Inkomensongelijkheid in theoretisch perspectief: Een onderzoek naar de indicatoren voor inkomensongelijkheid in Nederland, 1830-1914

Abstract

Het probleem met het debat over ongelijkheid in historisch perspectief, is het gebrek aan gegevens om theorieën te staven. Dit maakt de discussie over de ontwikkeling van economische ongelijkheid in de periode daarvoor vaak theoretisch en/of speculatief van aard. Voor de Nederlandse casus vóór WO1 geldt dat de literatuur beperkt genoemd mag worden. Dit is een hiaat in het debat die wellicht opgelost kan worden door af te stappen van gegevens die te beperkt zijn, en het onderzoek te richten op 'proxy-indicatoren' die theorieën over ongelijkheid ons bieden om vast te stellen welke ontwikkeling van de inkomensongelijkheid in Nederland de meest aannemelijke is. Ui het onderzoek blijkt dat de ongelijkheid in de tweede helft van de negentiende eeuw waarschijnlijk begon af te nemen. Als de Kuznets-curve plaatsvond in Nederland, vond deze plaats over een eeuwenlange periode zonder een correlatie met de industrialisatie. Tussen economische groei en ongelijkheid bestaat wel een aanzienlijke correlatie, maar het is geen eenzijdige.