Het effect van gezinscohesie op de algemene identiteitsontwikkeling, gemodereerd door angst en ouderlijke expressed emotions

Abstract

Doel: In dit longitudinaal onderzoek werd gekeken naar het effect van gezinscohesie op de algemene identiteitsontwikkeling en of dit effect anders was voor adolescenten die een hoge of lage mate van angst of expressed emotions (EE) ervaren. Methode: Huidig onderzoek maakt deel uit van een longitudinaal onderzoek van Raaijmakers en Wijsbroek (identiteitsontwikkeling en angst tijdens de adolescentie). Aan dit onderzoek hebben 295 participanten (149 jongens en 146 meisjes, gemiddelde leeftijd 13.1 jaar) deelgenomen. De participanten vulden vragenlijsten in op twee meetmomenten. Resultaten: Op basis van twee stapsgewijze lineaire regressieanalyses zijn de onderzoeksvragen getoetst. In model 1 werd identiteitsontwikkeling geanalyseerd middels een verschilscore (T2-T1). In model 2 werd identiteitsontwikkeling geanalyseerd middels het autoregressief model. Voor het eerste model werd geen significant verband gevonden tussen gezinscohesie en algemene identiteitsontwikkeling. Het tweede model vond wel een significant verband van het effect van gezinscohesie op algemene identiteitsontwikkeling. Het toevoegen van de moderatoren angst en EE in beide modellen, beïnvloedden het effect van gezinscohesie op algemene identiteitsontwikkeling niet. Discussie: De gevonden resultaten spreken eerder empirisch onderzoek en de verwachtingen deels tegen. Vervolgonderzoek dient meerdere meetmomenten over een langere periode en verschillende informaten te hanteren. In de discussie wordt dit nader toegelicht.