Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorOudgenoeg-Paz, O.
dc.contributor.advisorHellendoorn, A.
dc.contributor.authorBuijs, R.
dc.date.accessioned2015-05-01T17:01:11Z
dc.date.available2015-05-01T17:01:11Z
dc.date.issued2015
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/19787
dc.description.abstractDe embodiment benadering stelt dat kennis ontstaat door verschillende interacties, ervaringen en sensomotorische informatie die zij verzamelen door zich te bewegen in hun omgeving. Vanuit deze benadering werd in het huidige onderzoek verwacht dat kinderen de ruimtelijke cognitie niet passief leren, maar van ervaringen die zijn opdoen door middel van exploratiegedrag in de omgeving. Er werd onderzocht of er een verband is tussen zelfstandig voortbewegen, de ontwikkeling van fijne motoriek op een leeftijd van 10 maanden en het visueel ruimtelijk geheugen. Daarnaast werd gekeken of exploratiegedrag dit verband medieert. Het ruimtelijk geheugen en het exploratiegedrag werden onderzocht bij 42 Nederlandse kinderen op een leeftijd van 14 maanden. De ouders werd gevraagd de moment van het behalen van de motorische mijlpalen te rapporteren en ontwikkelingen bij te houden tot aan het onderzoek. Daarnaast werd gevraagd een vragenlijst over de fijne motorische vaardigheden in te vullen bij een leeftijd van 10 maanden. De resultaten lieten zien dat het aantal weken ervaring met zelfstandig voortbewegen en de fijne motoriek met 10 maanden geen significante voorspeller bleken te zijn van het visueel ruimtelijk geheugen met 14 maanden. Er werd geen mediatie effect gevonden van exploratie op het verband tussen motoriek en het visueel ruimtelijk geheugen. Kinderen met meer weken ervaring in zelfstandig voortbewegen en een verder ontwikkelde fijne motoriek met 10 maanden, bleken geen verder ontwikkeld ruimtelijk geheugen te hebben op een leeftijd van 14 maanden. Het verband werd niet gemedieerd door de mate en complexiteit van het exploratiegedrag. Toekomstig onderzoek kan aandacht besteden aan het verband tussen het aantal weken ervaring met de laatst verworven strategie in het zelfstandig voortbewegen en het visueel ruimtelijk geheugen, en aan de kwaliteit van objectexploratie.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent434212
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleMedieert exploratie het verband tussen motoriek en het visueel ruimtelijk geheugen van kinderen in de leeftijd van 14 maanden?
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsVisueel ruimtelijk geheugen, Zelfstandig voortbewegen, Fijne motoriek, Exploratiegedrag, Embodiment
dc.subject.courseuuOrthopedagogiek


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record