Chronologisch verteld, beter te begrijpen? Een onderzoek naar het effect van de volgorde van gebeurtenissen op tekstbegrip van vwo en tto-leerlingen

Abstract

In Nederland hebben 1,3 miljoen mensen tussen de 16 en 65 jaar moeite met lezen, wat neerkomt op 12%. Ook jongeren hebben moeite met lezen, van de 15-jarigen is 13,8% laaggeletterd. Dit percentage moet omlaag wil Nederland zijn plaats in de top 5 van de meest concurrerende kenniseconomieën in de wereld behouden. Stichting Makkelijk Lezen zet zich in voor mensen die niet goed kunnen lezen en geeft advies hoe teksten makkelijker kunnen worden gemaakt. Een van deze adviezen is een goede opbouw van de inhoud, waarbij chronologie kan helpen. In dit experiment is nagegaan wat de invloed van een chronologische volgorde op tekstbegrip is bij zowel reguliere vwo-leerlingen als leerlingen die tweetalig onderwijs (tto) volgen. Om dat te toetsen lazen 27 leerlingen op het 2 vwo en 26 leerlingen van een 2 tto-klas twee teksten waarin chronologie gemanipuleerd was, waarna ze over beide teksten een volgordevraag invulden om tekstbegrip te meten. De eerste hypothese was dat een chronologische volgorde van een tekst leidt tot een beter begrip van een tekst. Uit het experiment bleek dat de chronologische variant van een tekst niet beter werd begrepen dan een niet-chronologische variant van een tekst. De tweede hypothese was dat tto-leerlingen niet meer baat hebben bij een chronologische versie van een tekst dan vwo-leerlingen. Deze hypothese kon bij één van de teksten worden aangenomen: de scores op de volgordevraag verschilden niet tussen de groepen leerlingen, de leerlingen hadden hetzelfde tekstbegrip.