Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorOnnekink, D.M.L.
dc.contributor.authorBalen, T. van
dc.date.accessioned2015-02-06T18:00:48Z
dc.date.available2015-02-06T18:00:48Z
dc.date.issued2015
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/19362
dc.description.abstractIn 1701 werd David van Nyendael namens de WIC naar het nieuwe Afrikaanse koninkrijk van de Ashanti gezonden om de goudhandel te herstellen en nieuwe handelscontacten te leggen. Ondanks dat de Republiek de Goudkust trachtte te reserveren voor de goudhandel, werden er na de opkomst van het Ashanti-rijk in toenemende mate slaven verhandeld aan de Goudkust. In welke mate waren de Ashanti verantwoordelijk voor de toename van het Nederlandse aandeel in de trans-Atlantische slavenhandel en wat zegt dit over de balans in de Europees-Afrikaanse handelsrelaties? In deze scriptie ligt de nadruk niet zozeer op het aantonen van gelijkwaardige betrekkingen tussen Afrikanen en Europeanen, maar eerder in het weerleggen van het postkoloniale beeld waarin de lokale Afrikaanse bevolking ondergeschikt was aan de handelsbelangen van een Europese mogendheid. De missie van Van Nyendael in 1701-1702 vormt een geschikt uitgangspunt om het traditionele postkoloniale beeld te weerleggen. Alvorens de bronnen wat betreft Van Nyendaels missie worden geanalyseerd, worden eerst de geschiedenis van de WIC en de opkomst van de Ashanti in West-Afrika behandeld. Het reisverslag van Van Nyendael is verloren gegaan, maar zijn bevindingen zijn te reconstrueren door het analyseren van andere bronnen die de missie van Van Nyendael beschrijven. Zo is de briefwisseling tussen directeur-generaal Johan van Sevenhuijsen aan de Heren X bewaard gebleven, evenals zijn instructies aan Van Nyendael. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van de brieven van de opvolger van Van Sevenhuijsen Willem de la Palma. Uit het bronmateriaal valt te concluderen dat er geenszins sprake is van een ondergeschikte positie van de Ashanti jegens de WIC. De postkoloniale visie waarin Europees-Afrikaanse betrekkingen als ongelijkwaardig worden bestempeld gaat niet op. Er bestond namelijk een sterke afhankelijkheid van elkaar. De missie van David van Nyendael illustreert de beperkte invloed van de WIC op de Afrikaanse staten. Dit sluit aan bij de positie van Den Heijer, Doortmont en Van Engelen in het historiografische debat aangaande de relatie tussen Afrikanen en Europeanen in de vroegmoderne tijd. Daarnaast wordt geconcludeerd dat de Ashanti de WIC weliswaar niet dwongen tot een verschuif van de handelsfocus van goud naar slaven, maar dat zij er wel invloed op hadden. Dat de WIC zich vanaf 1700 in toenemende mate ging inzetten voor de trans-Atlantische slavenhandel laat zien dat zij zich aanpasten aan de omstandigheden, omdat zij de situatie niet naar hun hand konden zetten.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent319465
dc.format.extent134116
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.format.mimetypeapplication/zip
dc.language.isonl
dc.titleDe Republiek en de Goudkust - Welke invloed hadden de Ashanti op het Nederlandse aandeel in de trans-Atlantische slavenhandel en wat zegt dit over de verhoudingen tussen Ashanti en de WIC rond 1700? -
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsAshanti; WIC; Goudkust; Afrika; Ghana; Republiek; Slavernij; Trans-Atlantische Slavenhandel; Gouden Eeuw; David van Nyendael; Willem de la Palma; Johan van Sevenhuysen
dc.subject.courseuuGeschiedenis


Files in this item

Thumbnail
Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record