Hoe interpersoonlijk gedrag en interpersoonlijke percepties het leren bij CSCL beïnvloeden.

Abstract

In dit onderzoek staat het interpersoonlijk gedrag en de interpersoonlijke percepties van leerlingen, die samenwerken in een computer-ondersteunende omgeving (CSCL), centraal. Tot op heden richtte de onderwijspraktijk en de literatuur over interpersoonlijke gedragingen en –percepties zich vooral op leerkracht-leerling relaties. In dit onderzoek lag de focus echter op de leerling-leerling relaties tijdens het samenwerkend leren. Er is onderzocht op welke manier het interpersoonlijk gedrag en de interpersoonlijke percepties van leerlingen, de cognitieve leerresultaten in een CSCL-omgeving beïnvloeden. De interpersoonlijke gedragingen en percepties zijn bestudeerd aan de hand van de twee dimensies: invloed en nabijheid. De samenwerkingsgroepen werkten gedurende drie lessen aan een leertaak. De chatgegevens over deze taak zijn, per leerling, geanalyseerd om het interpersoonlijk gedrag te bepalen. De percepties zijn gemeten aan de hand van de VLI- vragenlijst. Resultaten uit dit onderzoek tonen aan dat invloedrijk en nabij gedrag een positief effect hebben op de individuele leerprestaties. Hoe meer invloedrijk en nabij leerlingen zich gedragen tijdens het samenwerkend leren, hoe hoger de individuele, cognitieve leerresultaten. Daarentegen zijn er geen effecten gevonden van de interpersoonlijke gedragingen op de groepsprestaties en van de interpersoonlijke percepties op het leren. Het interpersoonlijk leerlinggedrag blijkt dus een belangrijke variabele te zijn om mee te nemen in CSCL-onderzoek.