Is online participeren te faciliteren?

Abstract

Het doel van deze studie is om te onderzoeken welke variabelen samenhangen met de online participatie van professionals in een online asynchrone discussie. Uit de literatuur komt naar voren dat de variabelen aantal gebruikte woorden, tijd, aanwezigheid docent en de aanwezigheid van een vraagteken een samenhang vertonen met de mate van interactie. In deze studie staan meerdere (deel)onderzoeksvragen centraal, waaronder: ‘Welke (taakgerichte of niet-taakgerichte) variabelen hangen samen met de mate van interactie?’ Vertoont de categorie van het opleidingsaanbod en de gevolgde training een samenhang met de interactie? En ‘Welke variabelen hangen samen met het niveau van de onderzochte discussies?’. Discussies van deelnemers aan een open training van GITP (N=451) zijn geanalyseerd (324 discussies waarbij er een discussie gestart werd) in de periode tussen november 2012 en juni 2013. Een K-S toets, Chi-kwadraat analyse en een multiple regressieanalyse zijn gebruikt. Hieruit is gebleken dat de variabelen aanwezigheid van een docent en de gevolgde training voor 8 procent de variantie van de mate van interactie verklaart. In de literatuur komen ook andere variabelen die samenhangen naar voren die met dit onderzoek niet kunnen worden bevestigd. Zo is er geen (significante) samenhang tussen het aantal gebruikte woorden en de mate van interactie en de aanwezigheid van een vraagteken (Seddon, Postlethwaite & Lee, 2011). Door een lage respons en door de onmogelijkheid de resultaten te koppelen aan de taakgerichte variabelen is de samenhang tussen niet-taakgerichte variabelen en de mate van interactie in dit onderzoek niet te meten. Tot slot zijn alle discussies van deelnemers aan een open training van GITP (N=451) geanalyseerd (1403 discussies) op het niveau van de discussie (SCALE project, 2003). Een Chi-kwadraat analyse en een multiple regressieanalyse zijn gebruikt. Hieruit is gebleken dat de variabelen aantal woorden, gevolgde training, categorie van opleidingsaanbod en aanwezigheid van de docent voor 27 procent de variantie van het niveau van de discussie verklaart. Dit onderzoek laat zien dat er variabelen zijn die samenhangen met de mate van interactie en dat het niveau van discussiëren verklaard kan worden door een aantal variabelen. Trainingsbureaus kunnen hiermee rekening houden bij het curriculumontwerp. En ten slotte geeft dit onderzoek inzicht in stappen die gezet kunnen worden in vervolgonderzoek.