Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorHoven, P. Van den
dc.contributor.authorHoogenboom, N.
dc.date.accessioned2014-12-17T18:01:22Z
dc.date.available2014-12-17T18:01:22Z
dc.date.issued2014
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/19137
dc.description.abstractIn een exploratief onderzoek wordt antwoord gegeven op de volgende vraag: In termen van welke metaforen karakteriseren organisaties zichzelf en in hoeverre is de keuze voor een bepaalde metafoor strategisch?. In het onderzoek wordt de definitie van een metafoor van Lakoff en Johnson (1980) aangehouden: het begrijpen en ervaren van het ene concept in termen van een ander. Organisaties zijn abstracte entiteiten en dus voorspelt de metafoortheorie van Lakoff en Johnson dat over organisaties wordt gesproken in termen van conceptuele metaforiek. Hierbij wordt gekeken in hoeverre gebruikte metaforen onder te brengen zijn in één van de door Morgan (1992) opgestelde categorieën, aangezien Morgans typologie de organisatiekundige literatuur domineert. Het onderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van twee corpora: het eerste corpus bestaat uit beschrijvingen die organisaties van zichzelf geven en het tweede corpus bestaat uit berichten vanuit organisaties rondom conflictsituaties. Het tweede corpus is geanalyseerd, omdat deze teksten naar verwachting meer argumentatief zijn dan de teksten in het eerste corpus en daarom wellicht een meer gearticuleerde metaforiek zouden kunnen bevatten dan zelfbeschrijvingen. Aan de hand van de corpora worden twee soorten analyses uitgevoerd: een oppervlakte analyse met behulp van drie vragen, waarbij gezocht wordt naar metaforen die duidelijk te herkennen zijn in formuleringen in de tekst en een diepteanalyse, waarbij gezocht wordt naar metaforen die niet direct te herkennen zijn, maar dieper in de tekst verscholen liggen, oftewel: onderliggende metaforen. Uit de oppervlakte analyse van zowel het eerste als het tweede corpus bleek dat er weinig expliciet metaforische uitingen aanwezig waren. Bovendien waren de enkele metaforen die gebruikt werden niet goed te plaatsen in de categorieën van Morgan. De, onontkoombaar meer subjectieve, diepteanalyse leverde meer resultaat op. Er bleken in beide corpora toch een aantal onderliggende metaforen te herkennen te zijn. Wat opviel was dat er maar vier van de acht metaforische beschrijvingen van Morgan aanwezig waren in de teksten. Bij de organisatiebeschrijvingen van banken en biermerken was de metafoor dominant waarin de organisatie als organisme beschreven wordt. Bij supermarkten was de cultuurmetafoor dominant: de organisatie als cultuur. Dit resultaat, waarbij bepaalde metaforen dominant zijn bij organisaties met een bepaalde functionaliteit, kan er op duiden dat er sprake is van een strategische inzet van metaforen.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent3433042
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleOrganisaties en metaforen. Een onderzoek naar het gebruik van metaforen door organisaties in eigen beschrijvingen en rondom conflictsituaties.
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.courseuuCommunicatie- en informatiewetenschappen


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record