Participatie van Jeugdige Verdachten tijdens het Onderhoud ten Parkette en de Rol van Verschillende Betrokken Partijen.

Abstract

Doel: Dit kwalitatieve onderzoek heeft als doel om inzicht te geven in hoe verschillende betrokken partijen een bijdrage leveren aan de participatie van jeugdige verdachten tijdens het jeugdstrafproces. Hierbij wordt gekeken naar het taalgebruik van de parketsecretaris, de rol van de advocaat en ouders en in hoeverre er een beroep wordt gedaan op het moreel besef van jeugdigen. Methode: Er is eerst literatuuronderzoek verricht. Daarna zijn in tweetallen in totaal 37 observaties van het Onderhoud ten Parkette (OTP) in Utrecht uitgevoerd. Observaties vonden plaats aan de hand van een gestandaardiseerd observatieformulier, waarna de verkregen data door middel van kwalitatieve onderzoeksmethoden is geanalyseerd. Resultaten: De geobserveerde parketsecretarissen dragen voornamelijk bij aan de participatie van jeugdige verdachten door middel van effectieve communicatie en het doen van een moreel appèl. De rol van de advocaat ligt vooral in het adviseren en opkomen van de belangen van de jeugdige. Ten slotte dragen ouders voornamelijk bij door het verschaffen van belangrijke informatie over persoonlijke omstandigheden en het gepleegde delict. Conclusies: De betrokken partijen leveren ieder op een eigen manier een bijdrage aan de participatie van jeugdige verdachten aan het jeugdstrafproces. Echter, er zijn een aantal mogelijke verbeterpunten. Zo stellen de parketsecretarissen de aanwezigen amper voor, vindt uitleg over het verloop van het OTP inconsistent plaats, is het contact tussen de advocaat en jeugdige verdachte vaak beperkt, krijgen ouders weinig spreektijd en zouden ouders actiever bij een moreel appèl betrokken kunnen worden.