Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorWinnubst, dr. M. H.
dc.contributor.authorThielen, L.
dc.date.accessioned2014-12-02T18:00:45Z
dc.date.available2014-12-02T18:00:45Z
dc.date.issued2014
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/18990
dc.description.abstractHet onderwerp dat centraal staat in deze scriptie zijn online verbindingen tussen burgers die niet meer weg te denken zijn uit hun dagelijkse leven. Het internet en sociale netwerk sites zorgen mede voor nieuwe verbindingen tussen burgers. Tussen de overheid en burgers zijn deze nieuwe online verbindingen nog geen gemeengoed. Op dit moment gaat Nederland de richting op van een doe-democratie. Voor een participatiesamenleving is het belangrijk te onderzoeken of overheid en burgers een binding kunnen aangaan. Omdat online bindingen zo’n grote rol spelen in het dagelijks leven van burgers, zou dit een goede ingang kunnen zijn om een binding tussen overheid en burgers te kunnen bewerkstelligen. Het doel van het onderzoek was inzicht krijgen in de online verbindingen tussen burgers en te verkennen of dit ook bewerkstelligd kon worden tussen burgers en de overheid. Het betrof een exploratief onderzoek dat kwalitatief van aard was. De hoofdvraag in mijn onderzoek luidde: In hoeverre kan een online binding tussen burgers en Nationale ombudsman worden bewerkstelligd? Met daarbij drie deelvragen: Wat voor invloed heeft een online binding op de verbindingen tussen burgers? Wat kan een online binding betekenen voor de Nationale ombudsman? Hoe kan de Nationale ombudsman een online binding creëren met burgers? Aan de hand van literatuuronderzoek wilde ik helder krijgen wat deze online verbindingen inhouden en wat voor invloed dit heeft op de samenleving. Om erachter te komen hoe burgers met elkaar zijn verbonden is mijn zoektocht gestart in de literatuur vanuit de maatschappelijke ontwikkeling netwerksamenleving (Castells, 2010). Daarna werd ingezoomd op de sociale media platformen Facebook en Twitter. Hierin stond de ‘cultuur van verbinding’ centraal van Dijck (2013). Daarna werd verder ingezoomd op de online verbindingen tussen burgers waarbij werd gekeken naar de indicatoren van een persoonlijke online verbinding en naar de vergelijking tussen online en offline verbindingen met daarin Baym (2010) centraal. Tenslotte werd literatuur achterhaald over offline verbindingen tussen burgers en overheid. Hierbij werd ingezoomd op de relatie tussen burgers en de overheid, waarbij het sociaal contract centraal stond van Ossewaarde (2007) en een vorm van offline binding, namelijk co-creatie. Aan de hand van de literatuur is een analytisch kader opgesteld dat is gebruikt voor de topiclijst van het empirisch onderzoek. Voor het empirisch onderzoek werden twee focusgroepen gehouden met in totaal 16 burgers en semigestructureerde-interviews met in totaal 5 burgers. Uit de resultaten kan het volgende worden geconcludeerd. Uit de literatuur kwam naar voren dat er een niet gelijkwaardige relatie is tussen burgers en de overheid, wat te maken heeft met het sociaal contract, terwijl de relatie tussen burgers er wel een is tussen gelijken. Burgers die problemen hebben gehad met de overheid hebben vaak weinig vertrouwen in de overheid, en ervaren deze ongelijkwaardige relatie sterker dan burgers die geen problemen hebben gehad met de overheid. Het lijkt erop dat wanneer burgers meer negatieve ervaringen hebben gehad met de overheid, het lastiger zal worden om een online binding met burgers te bewerkstelligen dan wanneer burgers geen of weinig negatieve ervaringen hebben gehad. Daarnaast valt op dat bij een online binding tussen burgers twee typen verbindingen mogelijk zijn, namelijk zwakke en sterke verbindingen. Voor burgers is het mogelijk om zowel een zwakke als een sterke online binding aan te gaan met elkaar. Een zwakke online binding is erg vrijblijvend en meer informatief van aard, terwijl een sterke online binding meer consequenties met zich mee brengt en persoonlijker van aard is. Bij een online binding tussen overheid en burgers lijkt het erop dat maar een type online binding mogelijk is, namelijk een zwakke online binding. Dit betekent dat burgers een online binding eerder als vrijblijvend zullen zien en het vergaren van interessante informatie als belangrijk zullen ervaren. Geconcludeerd kan worden dat het mogelijk lijkt dat een online binding tussen burgers en overheid kan worden bewerkstelligd ondanks de ongelijkwaardige relatie tussen burgers en de overheid . Deze zal dan als een zwakke online binding worden gekenmerkt.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent906744
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleKan je online vrienden worden met de overheid? Een kwalitatief onderzoek naar de online verbinding tussen burgers en de Nationale ombudsman
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsOnline binding, Binding, Sociale media, Facebook, overheid, participatiesamenleving, Nationale ombudsman, communicatie, online vriendschap
dc.subject.courseuuCommunicatie, beleid en management


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record