Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorMerx, dr. S
dc.contributor.advisorGroot Nibbelink, drs. L.W
dc.contributor.authorCanisius, E.M.F.M.
dc.date.accessioned2014-11-26T18:01:25Z
dc.date.available2014-11-26T18:01:25Z
dc.date.issued2014
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/18792
dc.description.abstractKijken in het theater lijkt vaak belangrijker te zijn dan luisteren. Toch wordt de ruimte waar de toeschouwer zich bevindt een auditorium genoemd, het oud-Griekse woord voor ‘luisterplaats’. Kijken gaat samen met luisteren en horen. Deze thesis concentreert zich op de auditieve aspecten van het theater en dan voornamelijk op de georganiseerde geluiden die men herkent als muziek. De focus ligt niet op genres als opera, musical of andere vormen van muziektheater: genres die als gemeenschappelijk kenmerk hebben dat de muziek een leidende rol in de voorstelling speelt en/of als een actor in het drama functioneert. De thesis richt zich vooral op die toneelvoorstellingen waarin muziek niet per se de aandacht opeist en slechts een van de theatrale elementen is. De rol en functie van muziek blijft vaak onderbelicht in de analyse van dergelijke voorstellingen, terwijl muziek ook in deze voorstellingen een belangrijke rol speelt in het proces van betekenisgeving. Deze thesis bied een conceptueel kader en praktische ‘tools’ waarmee muziek in niet-muziek theater geanalyseerd kan worden. Waarbij niet alleen de semiotische functie van muziek in theater belicht wordt, maar ook de fenomenologische werking van muziek van belang is. In de fenomenologische benaderingen is het namelijk de wisselwerking tussen de werkelijke verschijning, de waarneming en de ervaring die centraal staat. Aan de hand van onder andere Maaike Bleeker’s (2008) driehoeksmodel aangaande visualiteit in theater, introduceer ik een gelijksoortig model voor auditiviteit. Daarin staan de muziek, het horen en de manier waarop de toeschouwer wordt uitgenodigd te horen centraal staan. De concepten die ik introduceer, helpen zowel om de perceptie van de toeschouwer als luisteraar te begrijpen als ook om te bekijken welke verschillende functies muziek in een voorstelling kan vervullen. Uiteindelijk introduceer ik een vijftal vragen - zowel observerende als interpreteren vragen - die een analyticus van muziek in een niet-muziektheatervoorstelling zich voor een gedegen analyse dient te stellen. Uiteindelijk eindigt de thesis met de analyse van muziek in drie casestudies: 1) 'Hetty en George' van Female Economy 2) 'Fellini' van het Noord Nederlands Toneel 3) 'BIMBO' van Boogaerdt en Van der Schoot - waarin de geïntroduceerde tools gedemonstreerd worden.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent8250577
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleMuziekanalyse in niet-muziektheater
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsTheater, muziek, niet-muziektheater, muziekanalyse, theateranalyse, luistermodaliteiten, horen, dramaturgische functie van muziek, observatie, interpretatie
dc.subject.courseuuTheaterwetenschap (Theatre Studies)


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record