Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorBoessenkool, J.H.
dc.contributor.advisorWilts, A.S.
dc.contributor.authorBrounen, R.L.
dc.date.accessioned2014-11-17T18:00:50Z
dc.date.available2014-11-17T18:00:50Z
dc.date.issued2014
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/18724
dc.description.abstractHet ideaal van burgerinitiatief en de faciliterende overheid is in opkomst binnen de overheid. Zelforganisatie en burgerinitiatief worden door vele beleidsmakers en politici gezien als ideaal. De opkomst van dit ideaal is terug te vinden in de hedendaagse generieke beleidslijn, waarin: “een overheid vertrouwt op initiatief en creativiteit van de burgers en hun ruimte laat om actief te zijn in het publieke domein.”. De laatste beleidsnota die hierop aansluit en in dit onderzoek centraal staat is de kabinetsnota doe-democratie. Hierin is een ideaaltypische rolomkering zichtbaar, waarin “de burger aan zet is en de overheid faciliteert het ‘spontane burgerinitiatief’ alleen als dat nodig is.” Door betrokkenen binnen de overheid - raadsleden, ambtenaren en bestuurders - en wetenschap wordt echter zeer verschillend gedacht over de haalbaarheid, wenselijkheid en realiseerbaarheid van de doe-democratie en de ideaaltypische rolomkering. Dit onderzoek gaat in op de vraag hoe deze betrokkenen bij de overheid inclusief betrokken burgers en sportprofessionals actief binnen de sport(beleids)omgeving over de doe-democratie en de ideaaltypische rolomkering denken. De volgende vraag staat centraal in het onderzoek: Welke betekenis geven betrokkenen (wethouders, ambtenaren, raadsleden, sportprofessionals en burgers) actief binnen de gemeentelijke sport(beleid)omgeving aan de ideaaltypische rolomkering, waarin de burger aan zet is en de overheid het ‘spontane' burgerinitiatief alleen faciliteert wanneer nodig? Dit onderzoek is een kwalitatieve casestudie naar de casus BOSS park (Sittard- Geleen) en Thorbeckepark (Utrecht). In dit onderzoek staat deze lokale sportpraktijk centraal. Om de betekenissen inzichtelijk te maken zijn 16 interviews afgenomen waarvan 14 met de betrokkenen bij deze casus en zijn observaties uitgevoerd tijdens bijeenkomsten over het Thorbeckepark. De verkregen data worden geanalyseerd aan de hand van de concepten: context, betekenisgeving en macht en belangen. Uit de resultaten van het onderzoek komt het volgende naar voren: Meer doe-democratie wordt gezien door betrokkenen als wenselijk, omdat dit kan bijdragen aan het activeren van de door de verzorgende overheid passief gemaakte burger. De betrokkenen zien het daarnaast vooral ook als noodzakelijk, omdat de oude werkwijze niet meer houdbaar is vanwege bezuinigingen, decentralisaties en schaalvergroting. Sommigen zien meer doe-democratie vooral als (politieke) utopie, aangezien slechts een beperkt deel van de burgers bereid en in staat is om actief betrokken te zijn. Deze actieve betrokkenheid is veelal van korte duur en gericht op het oplossen van problemen. De burger is daarnaast vooral uit ‘eigen’ in plaats van maatschappelijk belang actief. De overheid houdt de doe-democratie vooral nog tegen. Ze durft namelijk niet los te laten en wenst controle te houden. Ze regelt gegeven vrijheid dicht. Meer doe-democratie vraagt dan ook om een rolverandering en cultuuromslag bij de overheid en burger, waarbij zij moeten beseffen dat de burger aan zet is. Conclusie: De met de doe-democratie gepaard gaande ideaaltypische rolomkering wordt betiteld als zijnde een langdurig en veelal moeizaam proces. Aangegeven wordt dat het voor de rolverandering zeer belangrijk is dat de wil om te veranderen aanwezig is. De bereidheid om te veranderen is volgens betrokkenen bij een deel van de burgers en ambtenaren aanwezig, maar is geen gemeengoed. Zo wordt opgemerkt dat een deel van de ambtenaren de verandering nog tegenhoudt en vooral in de lead wil blijven. Over burgers wordt gezegd dat er ook velen zijn die niet bereid zijn het voortouw te nemen. De wil om te veranderen hangt ook samen met het kunnen veranderen, waarbij een deel van de burgers – veelal uit lage SES wijken – niet in staat geacht kan worden om het voortouw te nemen. Bovendien spreekt men over ambtenaren die het lastig vinden om hun ingesleten werkwijze – controle, reguleren etc. – te veranderen. De wil om te veranderen hangt daarnaast samen met de beoordeling van de wenselijkheid van de verandering. Vanwege zorgen over continuïteit, institutionalisering, versnippering in belangen en overbelasting van de burger vragen sommigen zich af of de verandering wenselijk is.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent876849
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleDoe-democratie, op zoek naar een nieuwe balans - een kwalitatieve casestudie naar de betekenissen die betrokkenen, actief binnen de lokale sport(beleids)omgeving, geven aan de ideaaltypische rolomkering
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsdoe-democratie, burgerinitiatief, overheidsparticipatie, participatiesamenleving, sportbeleid, sportbeleid en sportmanagement, scriptie, thesis, Vereniging Sport en Gemeenten, VSG, BOSS park, Thorbeckepark, Utrecht, Sittard-Geleen, overheidsparticipatie, rolverandering
dc.subject.courseuuSportbeleid en sportmanagement


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record