Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorHam, L.J.
dc.contributor.authorHart, R.S. 't
dc.date.accessioned2014-10-16T17:01:03Z
dc.date.available2014-10-16T17:01:03Z
dc.date.issued2014
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/18599
dc.description.abstractDe Hollandsche natie van Jan Fredrik Helmers (1767-1813) staat te boek als zeer nationalistisch. Helmers publiceerde het gedicht, waaraan hij ten minste tien jaar gewerkt had, in 1812. Het werd door tijdgenoten, inclusief de Franse censuur, onmiddellijk herkend als een verzetswerk tegen de Franse overheersing. In zes ‘zangen’, die worden ingeleid door een ‘Voorrede’ (in proza) en een ‘Voorzang’ (op rijm) presenteert Helmers de roemrijke daden van de Nederlandse voorvaderen. Vooral voor de overwinningen van de Batavieren op de Romeinen en die van de Nederlanders op de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog is een prominente plaats ingeruimd. De ‘Vierde zang’ neemt een bijzondere positie in, omdat deze zich niet afspeelt in Nederland, of op de Nederlandse wateren, maar in ‘de Oost’: op koloniaal gebied. In dit werkstuk heb ik de positie van vrouwen en Indiërs in De Hollandsche natie willen onderzoeken. De onderzoeksvraag luidde: ‘Welke plek krijgen representaties van vrouwen en Indiërs in de nationalistische ideologie van Helmers’ De Hollandsche Natie?’ De methoden die ik heb toegepast om een antwoord op de onderzoeksvraag te vinden, zijn ontleend aan Orientalism van Edward Said en In tekst gevat van Maaike Meijer. Said heeft een belangrijke basis gelegd van het postkoloniale discours; Meijer biedt, naast een uitgewerkte postkoloniale tekstkritiek, handreikingen voor een feministische literatuurkritiek. Omdat ik er vanuit ben gegaan dat vorm en boodschap in De Hollandsche natie een eenheid vormen, heb ik delen van de eerste en vierde ‘zang’ geanalyseerd op formele en stilistische aspecten: metrum, rijm, stijlfiguren en beeldspraak. Het blijkt dat Helmers door het veelvuldig toepassen van stijlfiguren op het gebied van equivalentie met de vorm van De Hollandsche natie de boodschap van eenheid en eensgezindheid ondersteunt. Een analyse van De Hollandsche natie aan de hand van de door Said en Meijer aangereikte methodes, onthult Helmers’ nationalistische ideologie. De conclusie na het toepassen van een feministische en een postkoloniale tekstkritiek is dat Indiërs op een kolonialistische manier, en vrouwen op een seksistische manier worden gerepresenteerd.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent486254
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleDe representatie van vrouwen en Indiërs in De Hollandsche natie (1812) van Jan Fredrik Helmers
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsNederlandse literatuur, nationalisme, Helmers, postkoloniale literatuurkritiek, feministische literatuurkritiek
dc.subject.courseuuNederlandse taal en cultuur


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record