Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorWijnen, F.N.K.
dc.contributor.advisorScheper, A.R.
dc.contributor.authorDuijf, A.
dc.date.accessioned2014-10-14T17:00:45Z
dc.date.available2014-10-14T17:00:45Z
dc.date.issued2014
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/18562
dc.description.abstractDit onderzoek bestudeert of er een verbetering in vertelvaardigheid is, op het niveau van de macro- en microstructuur van een verhaal, na behandeling met 'Story Grammar Training' bij kinderen van 7 tot 12 jaar met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). 'Story Grammar Training' (SGT) is een nieuwe interventie gericht op het verbeteren van de verhaalopbouw en complexe zinsstructuren. Methode: 11 kinderen met TOS zijn in een periode van 4-8 weken, 30-60 minuten per week behandeld door logopedisten met SGT. Voor en na de behandeling kregen de kinderen een naverteltaak (het vertellen van het busverhaal) en een zelf-geneertaak (het vertellen van het kikkerverhaal). De prestaties op deze testmomenten werden op 10 linguïstische variabelen op het niveau van de macro- en microstructuur van het verhaal geanalyseerd. Deze variabelen zijn: verhaallengte, aantal plotelementen, MLU, MLU5, grammaticaliteit, complexiteit van zinnen, bijwoorden, bijwoordelijke bepalingen en nevengeschikte en ondergeschikte voegwoorden. Bij 4 kinderen vond de nameting na de laatste behandeling plaats en bij 7 kinderen heeft er een retentiemeting een half jaar na de laatste behandeling plaatsgevonden, waardoor er twee onderzoeksgroepen zijn ontstaan. Resultaten: Vergelijking van de voormeting met de nameting (n=4) laat zien dat complexe verteluitingen van het busverhaal en het gebruik van nevengeschikte voegwoorden verbetert. Vergelijking van de voormeting met de retentiemeting (n=7) laat verbetering zien op het aantal plotelementen, MLU, MLU5, grammaticaliteit, complexiteit en het gebruik van ondergeschikte voegwoorden en plaats- en tijdsbepalingen. Bij beide groepen zijn de veranderingen in de vertelvaardigheid niet significant. Conclusie: De kleine onderzoeksgroepen, de korte interventieperiode en de individuele verschillen hebben bijgedragen aan het niet significant zijn van de resultaten. Individuele kinderen laten, gemeten met beide verhaaltests, verbeteringen zien na SGT, zowel direct na behandeling als na een half jaar na behandeling. Vervolgonderzoek is dan ook noodzakelijk om de effectiviteit van SGT op de vertelvaardigheid van kinderen met TOS nader te bestuderen.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isonl
dc.titleStory Grammar Training, Effectstudie naar de vertelvaardigheid bij kinderen met een taalontwikkelingsstoornis
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordstaalontwikkelingsstoornis, TOS, vertelvaardigheid, story grammar training, macrostructuur, microstructuur
dc.subject.courseuuLogopediewetenschap


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record