Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorvan den Hout, M.
dc.contributor.authorFarmer, K.J.
dc.date.accessioned2014-09-16T17:01:17Z
dc.date.available2014-09-16T17:01:17Z
dc.date.issued2014
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/18350
dc.description.abstractIn een Nederlands onderzoek van Rijkeboer, van den Hout, Kamps, Dijkstra & Cath (2013) is gekeken of cultuur sensitieve zorg noodzakelijk is door naar de effecten van cognitieve gedragstherapie bij angstpatiënten met verschillende culturele achtergronden te kijken en deze resultaten te vergelijken met autochtone angstpatiënten. Uit dit onderzoek bleek dat beide groepen die de behandeling hebben voltooid aanzienlijk en gelijkwaardig verbeterden. Opvallend was echter dat de drop-out bij de allochtone groep hoger lag dan de bij autochtone groep, namelijk 40,5% versus 22,4%. Een hypothese is dat deze hogere drop-out bij de migrantengroep te maken heeft met een hogere comorbiditeit. In dit onderzoek is daarom gekeken naar het verband tussen comorbiditeit en de hoge mate van drop-out onder allochtone angstpatiënten. Dit kwantitatieve onderzoek is uitgevoerd met behulp van de data uit het onderzoek van Rijkeboer, et al. (2013). Uit de resultaten bleek echter dat er geen significant verschil is in comorbiditeit tussen de autochtone groep en de allochtone groep. In beide groepen komt comorbiditeit vaak voor.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent242891
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleComorbiditeit reden voor drop-out?
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsComorbiditeit, drop-out, migrantenzorg
dc.subject.courseuuKlinische en Gezondheidspsychologie


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record