Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorOomkens-Nuijten, Rosanne
dc.contributor.advisorLepianka, Dorota
dc.contributor.authorFonteijne, N.
dc.date.accessioned2014-09-15T17:00:37Z
dc.date.available2014-09-15T17:00:37Z
dc.date.issued2014
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/18308
dc.description.abstractPer 1 januari 2015 wordt de gehele zorg aan jeugd gedecentraliseerd naar gemeenten. Deze transitie gaat gepaard met een grote bezuinigingsoperatie. In Amsterdam wordt geoefend met een deel van het nieuwe jeugdzorgstelsel in de vorm van ‘proeftuinen’. Deze scriptie tracht antwoord te geven op de hoofdvraag: “Welke voorwaarden zijn nodig voor een effectieve netwerksamenwerking binnen de Amsterdamse proeftuinen Om het Kind en welke risico’s signaleren professionals voor de nieuwe samenwerkingsvorm?” Om de hoofdvraag te beantwoorden is een vragenlijst gestuurd naar alle medewerkers in de proeftuinen. Daarnaast is in twee stadsdelen gesproken met verschillende professionals binnen de proeftuinen en met een aantal samenwerkingspartners. Zowel structurele als procesmatige voorwaarden zijn van invloed op de netwerkeffectiviteit. Zowel uit de theorie als praktijk blijkt dat een netwerk dat bottom-up ontstaat - zowel binnen de proeftuin als door samenwerkingspartners - kan rekenen op meer draagvlak en uiteindelijk ten goede komt aan de netwerkeffectiviteit. Daarnaast zijn duidelijke richtlijnen en verwachtingen over het functieprofiel en rolverdeling essentieel. Bij de stedelijke uitrol in 2015 dient de gemeente algemene beleidskaders op te stellen, die in de praktijk zullen uitkristalliseren. Ieder netwerk dient te worden ingericht op basis van de behoeften en benodigdheden binnen de context; maatwerk is geboden. Tot slot zijn netwerkleden gebaat bij goede facilitaire ondersteuning door het management; voldoende tijd, adequate huisvesting en ICT- middelen. In de jeugdzorg zijn ook registratiesystemen die aansluiten op de dagelijkse werkzaamheden en rekening houden met de privacywetgeving belangrijke voorwaarden voor een effectieve netwerksamenwerking. In het werkproces is heldere communicatie een belangrijke indicator voor de netwerkeffectiviteit; zowel structureel overleg als informele communicatie zijn noodzakelijk. Leidinggevenden binnen het netwerk hebben de rol dit te faciliteren, bijvoorbeeld door het inrichten van een gezamenlijke vestiging voor samenwerkingspartners. Bovendien is het creëren van vertrouwen en het nastreven van een gezamenlijke visie, zowel op directie- als uitvoeringsniveau, een belangrijke voorwaarde voor de netwerkeffectiviteit. Concluderend, faciliteer een ‘vruchtbare samenwerking’ door in te zetten op zowel structurele als procesmatige factoren. Neem voldoende tijd, zorg voor kruisbestuiving van expertise tussen professionals, maar staar niet blind op innovatie. ‘Exnoveer’; behoud hetgeen dat werkt in de praktijk, want ‘daar pluk je uiteindelijk de vruchten van’.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent9923760
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleProeftuinen, eerst zaaien dan oogsten. Mix-methods onderzoek naar de voorwaarden voor een effectieve netwerksamenwerking in de jeugdzorg
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsNetwerk; netwerkeffectiviteit; effectiviteit; jeugdzorg; Jeugdwet; decentralisatie; transitie; transformatie; bottom-up; doelconsensus
dc.subject.courseuuArbeid, zorg en welzijn: beleid en interventie


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record