dc.description.abstract | Vanwege inconsistente resultaten in eerder onderzoek, worden in dit onderzoek sekseverschillen in empathie bij jongvolwassenen en de rol die de gebruikte definitie van empathie en de gekozen meetinstrumenten daarin spelen onderzocht. Hierbij wordt de definitie empathie geoperationaliseerd in vier concepten, namelijk affectieve dispositionele empathie, affectieve situationele empathie, cognitieve dispositionele empathie en cognitieve situationele empathie. Participanten waren 106 studenten met een gemiddelde leeftijd van 20.76 (SD: 2.61) waarvan 59.4% vrouwen. Vragenlijsten werden afgenomen om affectieve- en cognitieve dispositionele emptahie te meten en er werd een situationele empathie-taak afgenomen om affectieve- en cognitieve situationele empathie te meten. Uit ANOVA’s en ANCOVA’s blijken sekseverschillen te bestaan in alle concepten die onder affectieve dispositionele empathie vallen en in één van de twee concepten van cognitieve dispositionele empathie. Er bleken geen sekseverschillen te zijn in situationele empathie. De resultaten wijzen er op dat er een sekseverschil bestaat in het beeld wat jongvolwassenen hebben over hun eigen empathisch vermogen maar dat er geen sekseverschillen bestaan in de daadwerkelijke empathische reacties van jongvolwassenen. Daarnaast lijken sekseverschillen in empathie meer op affectief dan op cognitief gebied voor te komen. Mogelijke verklaringen hiervoor worden gegeven en aanbevelingen voor vervolgonderzoek worden gedaan. | |