Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorWijnen, Prof. Dr. F.N.K.
dc.contributor.advisorVisch-Brink, Dr. E.G.
dc.contributor.advisorSatoer, Dr. D.D.
dc.contributor.authorRuhaak, L.S.
dc.date.accessioned2014-09-10T17:00:56Z
dc.date.available2014-09-10T17:00:56Z
dc.date.issued2014
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/18260
dc.description.abstractAchtergrond: Problemen in de dagelijkse conversatie komen vaak voor bij patiënten met gliomen (hersentumoren) in de eloquente gebieden van het brein (geassocieerd met spraak, motorische functies en zintuiglijke informatieverwerking), zowel voor als na de operatie. In eerder onderzoek is de spontane taal van deze patiënten op korte termijn geanalyseerd. Dit onderzoek is een vervolgonderzoek hierop en kijkt naar het herstelverloop van de spontane taal op tot 1 jaar postoperatief. Doel: Het vaststellen welke spontane taalparameters sensitief zijn om zowel het lange termijneffect van de wakkeroperatie op de spontane taal als het herstelverloop in kaart te brengen. Daarnaast werd bekeken wat de invloed is van tumorgraad, tumorlocatie en wat de eventuele verbanden zijn tussen de taaltaken en de spontane taal. Methode: Spontane taalopnames van 18 glioompatiënten werden vergaard en getranscribeerd op 1 jaar na de operatie en werden vergeleken met die van 21 gezonde mensen. De analyse werd gedaan met de variabelen Zelfverbeteringen, Herhalingen, Lexicale Diversiteit (TTR), Incomplete Zinnen en MLUw (gemiddelde uitingslengte). Daarnaast werden de taaltaken Boston Benoemtaak (BBT) en Category Fluency afgenomen. De prestaties van glioompatiënten op de spontane taalvariabelen werden vergeleken op 1 maand preoperatief, 3 maanden postoperatief en 1 jaar postoperatief. Resultaten: In eerder onderzoek werd al bij de patiënten een afwijking van de norm gevonden op de BBT en de Category Fluency taak 1 jaar postoperatief. Uit het huidige onderzoek blijkt dat er ook problemen zijn in de spontane taal; op 1 jaar postoperatief produceerden de patiënten meer Incomplete Zinnen dan de controlegroep en kortere uitingen (MLUw). Daarnaast verbeterden (Zelfverbeteringen) de patiënten zichzelf minder vaak dan de controlegroep en is er sprake van een lagere Lexicale Diversiteit. Er werd een kortere uitingslengte (MLUw), een hoger aantal Incomplete Zinnen en een kleiner aantal Zelfverbeteringen gevonden op 1 jaar na de operatie in vergelijking met eerdere meetmomenten. Er werden geen verschillen gevonden in tumorlocatie en tumorgraad op 1 jaar postoperatief. Het grootste deel van de linguïstische variabelen correleerde niet met een taaltaak. Conclusie: Op 1 jaar postoperatief is er zowel herstel als achteruitgang in de spontane taal gevonden. Op gestandaardiseerde taaltaken werd vooruitgang gemeten. De taaltesten lijken andere aspecten van taal te meten dan de spontane taalanalyse. Een analyse van de spontane taal is dus een belangrijke aanvulling op de taaltaken om een totaal linguïstisch profiel te krijgen.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent1711278
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleHerstelverloop spontane taal van patiënten met laaggradige gliomen in de eloquente gebieden van de cerebrale cortex tot 1 jaar postoperatief
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsglioom, wakkeroperatie, eloquente gebieden, spontane taalanalyse, longitudinale studie
dc.subject.courseuuLogopediewetenschap


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record