dc.description.abstract | Dit rapport beschrijft een onderzoek naar interculturele competenties (IC’s) bij ex-deelnemers van vrijwilligersreizen. Het gaat om mensen die vrijwilligerswerk hebben verricht in een ander land. Uit onderzoek blijkt dat wanneer men vrijwilligerswerk in het buitenland verricht, de betreffende persoon een persoonlijke ontwikkeling doormaakt wat betreft zelfvertrouwen, motivatie en vaardigheden. Tijdens een vrijwilligersreis komen mensen vaak veel in contact met de lokale bevolking, waardoor ze onbewust IC’s kunnen verwerven. IC wordt door Spitzberg & Changnon (2009:7) als volgt gedefinieerd: “Interculturele competentie is het gepast en effectief beheren van vaardigheden die van belang zijn bij interactie tussen mensen die, in zekere mate, verschillende of uiteenlopende affectieve, cognitieve of gedragsmatige oriëntaties op de wereld vertegenwoordigen.” In Nederland is het bij meerdere organisaties mogelijk om als toekomstige internationale vrijwilliger een voorbereidingstraining te volgen, waar de internationale vrijwilliger onder andere wordt voorbereid op de interculturele ervaring die hij gaat ondernemen. Één van die organisaties is Stichting Muses, in de training die zij geven zit ook een interculturele training opgenomen. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt als volgt: Hoe heeft een vrijwilligersreis invloed op de zelfinschatting van interculturele competenties van Nederlandse ex-deelnemers van vrijwilligersreizen? Door middel van een vooronderzoek, dat bestond uit vier semigestructureerde interviews, is een vragenlijst ontwikkeld waarin ex-deelnemers van vrijwilligersreizen zichzelf op tien stellingen moesten inschatten op IC’s. Deze stellingen waren onderverdeeld in drie strategieën. Ten eerste strategieën die iemand gebruikt wanneer iemand in een omgeving verblijft die cultureel verschilt van wat diegene gewend is. Ten tweede strategieën die iemand gebruikt voor het interpreteren van verschillende culturen en ten derde strategieën die iemand gebruikt hoe om te gaan met verschillende communicatiestijlen. In totaal hebben 326 ex-deelnemers meegewerkt aan dit onderzoek. Uit de resultaten blijkt dat ex-deelnemers zichzelf boven gemiddeld positief hebben ingeschat op de IC’s in totaal. Verder werd geanalyseerd of verschillende factoren invloed hadden op de zelfinschatting van IC’s. Daaruit bleek dat wanneer ex-deelnemers ouder waren, deze zichzelf hoger scoorden op stellingen die strategieën meten die iemand gebruikt wanneer die in een omgeving is die cultureel verschilt van wat die gewend is. Daarnaast bleek dat reisduur en een eerdere buitenlandervaring geen voorspellers zijn voor zelfinschatting op IC’s. Wanneer een ex-deelnemer meer kennis had van de taal van de lokale bevolking scoorde deze zichzelf hoger op de competenties die betrekking hebben op strategieën die iemand gebruikt wanneer die in een omgeving verblijft die cultureel verschilt. Ook wanneer een deelnemer veel bij mensen uit de lokale bevolking thuis is geweest en wanneer men veel samen heeft gewerkt met de lokale bevolking scoorde zo’n deelnemer zichzelf hoger op IC’s. Van de 326 respondenten hebben er 69 voorafgaande hun reis deze training gevolgd, waardoor deze groep sterk ondervertegenwoordigd was in de steekproef. Uit de resultaten bleek dat er geen verschil is op zelfinschatting van IC’s tussen ex-deelnemers die wel een voorbereidingstraining hebben gevolgd en ex-deelnemers die geen voorbereidingstraining hebben gevolgd. | |