dc.description.abstract | Dit document is een verslag van een onderzoek. Het onderzoek heeft tot doel te onderzoeken wat de invloed van Engels als lingua franca (ELF) en Lingua receptiva (LaRa) is op het verloop van de communicatie tussen gesprekspartners. ELF refereert aan het Engels dat wordt gesproken tussen mensen die noch een zelfde moedertaal, noch een gemeenschappelijke nationale cultuur delen. Hierbij wordt het Engels, als vreemde taal, vaak gekozen als communicatiemiddel (Firth, 1996 in Hülmbauer, Böhringer & Seidlhofer, 2008). LaRa kan een alternatief voor ELF zijn. Hierbij wordt door gesprekspartners beiden gesproken in hun eigen moedertaal. Als sprekers beiden in hun eigen taal spreken vereist dit zowel intellectuele, linguïstische als cognitieve competenties (Rehbein, ten Thije & Verschik, 2012).
Onderzocht wordt of mensen kunnen voorspellen wat de gesprekspartner gaat zeggen. Ook wordt gekeken, als hier sprake van is, hoe deze verschillende communicatiemethoden (ELF of LaRa) het voorspellen beïnvloeden. In dit onderzoek wordt gekeken naar hoe sprekers met Nederlands als moedertaal reageren in een ELF situatie en in een LaRa situatie. Er wordt onderzocht of er een verschil zit in het voorspellen van wat de gesprekspartner gaat zeggen in een ELF of LaRa conditie. Om antwoorden op deze vragen te krijgen wordt gebruik gemaakt van een eye-tracking methode. | |