Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorvan der Valk, Inge
dc.contributor.authorMook, M.A.W. van
dc.date.accessioned2014-07-31T17:00:27Z
dc.date.available2014-07-31T17:00:27Z
dc.date.issued2014
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/17328
dc.description.abstractAchtergrond: In Nederland scheiden jaarlijks van ongeveer 70 duizend thuiswonende kinderen de ouders. Van deze kinderen wordt ongeveer 40 procent na verloop van tijd onderdeel van een stiefgezin. In Nederland is er beperkt onderzoek gedaan naar adolescenten uit typen (stief)gezinnen na scheiding. Adolescenten uit stiefgezinnen zouden mogelijk meer externaliserend probleemgedrag vertonen dan adolescenten uit eenoudergezinnen. Doel: Dit onderzoek kijkt naar mogelijke verschillen in de mate van externaliserende gedragsproblemen tussen adolescenten uit verschillende typen (stief)gezinnen na scheiding met daarbij de rol van geslacht en relatiekwaliteit met (stief)ouders. Methode: Voor dit onderzoek is er gebruik gemaakt van cross-sequentiële data van het survey-onderzoek ‘Scholieren & Gezinnen 2006-2013’, bestaande uit gepoolde data van zes meetrondes. Hiervan is een substeekproef gebruikt met 1070 adolescenten uit scheidingsgezinnen (Mleeftijd = 13.6 jaar, SD = 1.04). Resultaten: Adolescenten uit stiefgezinnen rapporteren significant meer externaliserend probleemgedrag dan adolescenten uit eenoudergezinnen na scheiding. Adolescenten uit fulltime vadergezinnen rapporteren een significant hoger gemiddelde van externaliserend probleemgedrag dan adolescenten uit parttime moeder-, co-ouder-, co-ouder stiefmoeder- en co-ouder stiefvadergezinnen. Er is geen interactie-effect tussen geslacht en de typen (stief)gezinnen en tevens niet tussen de relatiekwaliteit met (stief)ouders en de typen (stief)gezinnen na scheiding. Geslacht en de relatiekwaliteit met (stief)ouders spelen dus geen rol in het verschil van externaliserend probleemgedrag tussen adolescenten uit verschillende typen (stief)gezinnen na scheiding. Conclusie: Dit explorerend onderzoek geeft een indicatie dat een co-ouderschap de meest gunstige situatie is voor adolescenten uit scheidingsgezinnen in termen van externaliserend probleemgedrag. Het is wenselijk dat er meer onderzoek wordt gedaan naar de verschillen in het welzijn van adolescenten tussen typen stiefgezinnen. Bestaande interventies die gericht zijn op scheidingskinderen in het algemeen, zouden extra aandacht moeten geven aan adolescenten uit stiefgezinnen.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent516602
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleGezinstypen na Scheiding en Externaliserend Probleemgedrag bij Adolescenten: De Rol van Geslacht en Relatiekwaliteit met (Stief)ouders
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsAdolescenten; externaliserend probleemgedrag; gezinstypen; scheiding; geslacht; relatiekwaliteit; co-ouderschap
dc.subject.courseuuJeugdstudies


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record