| dc.description.abstract | Introductie: Het merendeel van de onderzoeken naar seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGG) bestudeert het slachtoffer-perspectief, waardoor het daderschap relatief onderbelicht blijft. Het doel van het huidige onderzoek was na te gaan of er een relatie bestaat tussen opleidingsniveau en het vertonen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daarnaast had dit onderzoek tot doel te toetsen of positieve attituden ten aanzien van SGG, het ervaren van groepsdruk om seks te hebben en kennis over seksualiteit een mediërende rol hebben op de relatie tussen SGG en opleidingsniveau. Methoden: Er is gebruik gemaakt van de cross-sectionele dataset van Seks onder je 25e anno 2012, waaraan bijna 8000 Nederlandse jongeren meededen in de leeftijd van 12 t/m 25 jaar (M=19.09). Resultaten: Er bestaat geen significante relatie tussen opleidingsniveau en het vertonen van SGG. Wel laat het onderzoek zien dat de vermeende mediërende variabelen met SGG samenhangen. De volgende factoren hangen samen met het vertonen van SGG: Man zijn, een niet-Nederlandse afkomst hebben, groepsdruk ervaren om seks te hebben en positieve attituden ten opzichte SGG. Conclusie: Vervolgonderzoek zou kunnen bekijken hoe het verband tussen deze voorspellende factoren, hypermasculiniteit en SGG precies in elkaar steekt. Op basis daarvan kunnen interventieprogramma’s aangepast worden om daderschap te voorkomen. | |
