Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorEttema, D.F.
dc.contributor.authorNieuwenhuis, R.
dc.date.accessioned2014-07-29T17:01:14Z
dc.date.available2014-07-29T17:01:14Z
dc.date.issued2014
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/17277
dc.description.abstractDe aanleiding voor dit onderzoek komt voort uit het Stedenbaanprogramma. Dit programma is erop gericht de bereikbaarheid van woon- en werkomgevingen in de zuidelijke Randstad te blijven verbeteren en het gebruik van de meer duurzame vervoermiddelen te stimuleren. De gedachtegang die hieraan ten grondslag ligt is die van Transit Oriented Development (TOD). Doel van dit onderzoek is om te achterhalen waarom mensen zich op TOD-locaties vestigen en wat dit betekent voor hun vervoermiddelkeuze. Het onderzoek richt zich hierbij op de directe woonomgevingen rondom de Stedenbaanstations Den Haag Centraal, Den Haag Moerwijk en Voorhout. Een van de conclusie van het onderzoek is dat er verschillen bestaan tussen de onderzoekslocaties met betrekking tot de motieven voor woonlocatiekeuze. Voor huishoudens in Voorhout blijken mobiliteitsmotieven in de woonlocatiekeuze minder belangrijk beoordeeld te worden dan motieven met betrekking tot de woning- en woonomgeving. In de Haagse locaties lijkt mobiliteit meer van belang te zijn. Daarnaast bestaan er significante verschillen in vervoermiddeloriëntatie. Huishoudens in Voorhout zijn meer georiënteerd op de auto dan huishoudens in de Haagse locaties. Omgekeerd geldt dat huishoudens in de Haagse locaties meer georiënteerd zijn op het openbaar vervoer. Voor de oriëntatie op de fiets of lopen als vervoermiddel bestaan geen verschillen tussen de locaties. Met betrekking tot de vervoermiddelkeuze geldt dat de woonlocatie van invloed lijkt op het gebruik van de auto en overig O.V. Hierbij is gecontroleerd voor vervoergerelateerde attitude, sociaaldemografische factoren en mobiliteitsmotieven binnen de woonlocatiekeuze. Naast de invloed van woonlocatie lijkt de vervoergerelateerde attitude van invloed op het gebruik van deze twee vervoermiddelen. Dit duidt op het bestaan van zowel locatie- als zelfselectie-effecten. Voor het gebruik van de trein en de fiets lijken de locatie-effecten gering te zijn. De vervoergerelateerde attitude heeft hierop wel een significante invloed. Tot slot is een deel van de wetenschappelijke relevantie van het onderzoek dat het de invloed van mobiliteitsmotieven binnen de woonlocatiekeuze op de vervoermiddelkeuze van huishoudens meeneemt. Uit de resultaten is gebleken dat dit soort motieven, zoals het belang van wonen nabij een station of een oprit van een snelweg, invloed lijken uit te oefenen op de vervoermiddelkeuze van huishoudens na een verhuizing.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent5232791
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleTransit Oriented Development in de zuidelijke Randstad
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsTransit Oriented Development, TOD, travel behavior, verplaatsingsgedrag, built environment, gebouwde omgeving, vervoermiddelkeuze, woonlocatiekeuze, mobiliteit
dc.subject.courseuuStadsgeografie (Urban Geography)


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record