Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorVitse, S.B.
dc.contributor.authorSmeets, R.J.H.
dc.date.accessioned2014-07-28T17:00:37Z
dc.date.available2014-07-28T17:00:37Z
dc.date.issued2014
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/17214
dc.description.abstractDeze bachelorscriptie vertrekt vanuit een centraal begrip uit de Franse poststructuralistische filosofie: de metapositie. Aan zowel de filosofie van Jacques Derrida, als aan de filosofie van Michel Foucault, ligt de vooronderstelling ten grondslag dat er in bepaalde domeinen een verlangen bestaat naar een archimedisch punt. Dit punt blijkt echter onbereikbaar. Bij Derrida komt dit concept vooral tot uiting in zijn beschouwing van structuren. Hij betoogt dat het onmogelijk is om uitspraken te doen over een structuur vanuit een punt buiten een structuur: men blijft onvermijdelijk onderdeel van de structuur. Bij Foucault komt het concept van de metapositie tot uiting in zijn definities van het panopticon en het discours: in een samenleving is men altijd onderworpen aan een disciplinerende en normaliserende macht waaraan niet valt te ontsnappen. Deze poststructuralistische thematiek is toepasbaar op Wolkers’ Kort Amerikaans. In deze roman, verschenen in 1962, is de problematiek van de metapositie aanwezig: protagonist Erik verlangt naar een punt buiten de situatie waarin hij zich bevindt, maar blijkt deze nooit te kunnen bereiken. In dit onderzoek wordt zowel de structuralistische methode, als de poststructuralistische/deconstructivistische methode gebruikt. Eerst leg ik door middel van een structuralistische motiefanalyse de relaties van de structuurelementen van de tekst vast in een motiefstructuur. Op basis van een beschouwing van de concrete motieven formuleer ik een viertal abstracte motieven, te weten: ‘<afbeelding/werkelijkheid>’, ‘<dood/leven>’, ‘het panopticon’ en ‘het discours’. Een beschouwing van de werking van deze abstracte motieven leidt tot het inzicht dat ‘de metapositie’ als hoofdmotief van de roman aangewezen kan worden. De protagonist verlangt naar een metapositie, maar dit verlangen blijkt illusoir te zijn: de metapositie bestaat niet. Daarna deconstrueer ik mijn eigen structuralistische motiefanalyse door middel van een genderkritische beschouwing. In de constitutie van de motiefstructuur zijn bepaalde elementen veronachtzaamd, waaronder de verhouding tussen de genderrollen. Ik laat zien dat een genderkritische lezing van Kort Amerikaans resulteert in de constitutie van een fundamenteel andere motiefstructuur. Op basis van de deconstructie van mijn structuralistische motiefanalyse, bied ik ten slotte een reflectie op de (post)structuralistische methodiek. Het concept van de metapositie is ook in deze reflectie van belang. Ik beargumenteer dat de structuralist niet erkent dat de metapositie onbereikbaar is: de structuralist doet alsof hij zich kan positioneren in een punt buiten de structuur waarover hij uitspraken doet. De poststructuralistische methode gaat er daarentegen vanuit dat de interpreet noodzakelijkerwijs onderdeel is van de structuur van de tekst, dat het niet mogelijk is om uit de tekst te verdwijnen. De (ideologiekritische) bagage van de lezer is mede constitutief voor de betekenis die aan de tekst wordt toegeschreven, zo leert mijn genderkritische lezing van de roman. Ik besluit mijn scriptie met een beschouwing van mijn positie als onderzoeker.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent771595
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleHet verlangen naar een metapositie.
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsWolkers, Derrida, Foucault, metapositie, panopticon, Kort Amerikaans, reflectie op literatuurwetenschap, deconstructie, motiefanalyse,
dc.subject.courseuuNederlandse taal en cultuur


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record